Examen HAVO 05 Biologie

3y ago
56 Views
2 Downloads
583.09 KB
15 Pages
Last View : 16d ago
Last Download : 3m ago
Upload by : Eli Jorgenson
Transcription

biologieExamen HAVOHogerAlgemeenVoortgezetOnderwijs2005Tijdvak 1Donderdag 26 mei13.30 – 16.30 uurAls bij een open vraag een verklaring, uitlegof berekening gevraagd wordt, worden aanhet antwoord meestal geen punten toegekendals deze verklaring, uitleg of berekeningontbreekt.Voor dit examen zijn maximaal 77 punten tebehalen; het examen bestaat uit 47 vragen.Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveelpunten met een goed antwoord behaald kunnenworden.500017-1-18oGeef niet meer antwoorden (redenen,voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.Als er bijvoorbeeld twee redenen wordengevraagd en je geeft meer dan twee redenen,dan worden alleen de eerste twee in debeoordeling meegeteld.Begin

Tenzij anders vermeld, is er sprake van normale situaties en gezonde organismen.Bolletjesslikkers”Iedere week”, signaleert chirurg F.van der Heijden van het Amsterdamse Onze LieveVrouwe Gasthuis, ”komt op de afdeling spoedeisende hulp wel een patiënt binnen die nietvan zijn ingeslikte cocaïnebolletjes afkomt”.Op hun tocht door het verteringskanaal komen de bolletjes twee belangrijke obstakels tegen.Tussen de maag en de twaalfvingerige darm bevindt zich een kringspier, de maagportier, dievoedsel doorlaat naar de dunne darm.Een tweede barrière is een klep, de klep van Bauhin, op de plaats waar de dunne darmovergaat in de dikke darm.Vorig jaar overleed één smokkelaar in het Gasthuis aan een overdosis en onlangs werd eenpatiënt blind nadat een bolletje was geknapt. Als dat gebeurt, komt zo’n 100-500 milligramcocaïne in het bloed, waardoor vaten verkrampen en de bloeddruk snel stijgt. Dat kan weerleiden tot een hersen- of hartinfarct. Andere symptomen zijn epileptische aanvallen enhallucinaties. Voor de meeste mensen, die gemiddeld 5 liter bloed hebben, is 200 milligramfataal.tekst 1afbeelding 1bewerkt naar: Noël van Bemmel, Chirurg pikt cokebollen er soms één voor één uit, deVolkskrant, 31 januari 20022p1 ABCDE500017-1-18oEr wordt met een röntgenfoto vastgesteld, waar de bolletjes zich bevinden. Bekijkafbeelding 1.Waar bevinden zich de meeste bolletjes?in de dikke darmin de dunne darmin de endeldarmin de maagin de twaalfvingerige darm2Lees verder

2p2 ABCDVolgens tekst 1 zijn er twee plaatsen waar de bolletjes kunnen blijven steken, bij demaagportier en bij de klep van Bauhin.Als de bolletjes bij de klep van Bauhin blijven steken, kunnen ze een perforatie van dedunne darm veroorzaken.Waardoor kan er wel een perforatie van de dunne darm ontstaan als de bolletjes blijvensteken bij de klep van Bauhin, maar geen perforatie van de maag als ze blijven steken bij demaagportier?De dunne darm heeft een veel groter wandoppervlak dan de maag.De dunne darmwand kan beter stoffen resorberen dan de maag.De maag heeft een dikkere wand dan de dunne darm.De maag heeft een grotere inhoud dan de dunne darm.1p3 Waardoor daalt de pH in de twaalfvingerige darm, met als gevolg dat de maagportier sluit?2p4 Waardoor passeren de bolletjes de maagportier moeilijk?doordat de bolletjes niet worden verteerddoordat de eiwitvertering wordt geremddoordat de pH door de cocaïne laag blijftdoordat er geen maagsap wordt afgegeven als er bolletjes in de maag komenABCD1p1p5 6 1p7 1p8 500017-1-18oDe klep van Bauhin heeft eenzelfde functie als de kleppen in een ader.Om welke functie gaat het bij de klep van Bauhin?Cocaïne is een stof die door de cocaplant gemaakt wordt. Als een bolletje knapt, komt eengrote hoeveelheid cocaïne vanuit het darmkanaal in het bloed.Een leerling vraagt zich af of dit door actief transport gebeurt. Leg uit dat dit niet ergwaarschijnlijk is.Onder de letale concentratie van een stof wordt verstaan de concentratie in mg per milliliterbloed die voor de meeste mensen dodelijk is.Bereken wat voor de meeste mensen de letale concentratie van cocaïne in mg per milliliteris.Leg uit waarom in tekst 1 staat ”voor de meeste mensen is 200 mg fataal” en niet ”voormensen is 200 mg fataal”.3Lees verder

Loofbos gaat naaldbos vervangen”Moet je hier over een jaar of drie wéér eens komen kijken”, zegt boswachter Peter Klaverenthousiast. ”Dan vind je hier een grote verscheidenheid aan inheemse jonge bomen enstruiken. Het grote voordeel van die gevarieerde begroeiing is dat er ook een groteverscheidenheid aan dieren ontstaat. Je vraagt je misschien af waarom je overal in hetNoordhollands Duinreservaat die rechttoe-rechtaan naaldbossen zonder struiken enkruidachtige planten vindt? Daar zit een verhaal aan vast.In de jaren ’30 werden er in de duinen op grote schaal naaldbomen aangeplant omdat mendacht daarmee geld te kunnen verdienen en stuivend zand te kunnen beteugelen. Als jedoor een naaldbos loopt, valt op dat het er op de bodem veel minder licht is dan in eenloofbos. In de loop der jaren bleek de naaldhoutteelt geen succes. Op een gegeven momentwas houtproductie geen hoofddoel meer. Tegenwoordig is het beheer aan het veranderen.We vinden nu dat we de natuur haar gang moeten laten gaan. Het enige wat we daarbij nogdoen, is het op gang brengen van processen die volgens ons een goede aanzet vormen voorverdere natuurlijke ontwikkelingen.Op plaatsen waar we naaldhout uitdunnen, keert op de open plekken het gevarieerdeinheemse bos terug. Daarin vind je onder meer bomen als eik (Quercus robur) en berk(Betula pendula). Daaronder kunnen zich nu, anders dan in het naaldbos, wél struikenvestigen, zoals vlier (Sambucus nigra), kamperfoelie (Lonicera periclymenum), braam(Rubus arcticus) en vogelkers (Prunus padus) en ook kruidachtige schaduwplanten alssalomonszegel (Polygonatum multiflorum), sleutelbloem (Primula veris) en bosviooltje (Violariviniana).Jammer genoeg is er ook een niet-inheemse soort die zich snel vermeerdert: deAmerikaanse vogelkers (Prunus serotina).”tekst 2bewerkt naar: Loofbos gaat naaldbos vervangen, Duinleven, september 2000.2p9 ABCDEFDe relatie tussen eik en vlier is anders dan die tussen naaldboom en vlier.Welke relatie bestaat er tussen naaldboom en predatiesymbiose1p10 Geef de biologische naam van het proces dat aangeduid wordt met de zinsnede: ”Op deopen plekken keert het gevarieerde inheemse bos terug.”1p11 - Kun je uit de waarneming dat op de bodem van een naaldbos veel minder licht valt dan opde bodem in een loofbos, de conclusie trekken dat de bladeren van naaldbomen per cm2bladoppervlak meer licht absorberen dan de bladeren van loofbomen?- Leg je antwoord uit.3p12 Teken in één diagram een mogelijke tolerantiekromme voor de factor verlichtingssterktevan de salomonszegel en ook een van de eik. Benoem de assen.2p13 Tot hoeveel verschillende genera (geslachten) en tot hoeveel verschillende soorten behorende cursief aangeduide planten in tekst 2?ABCD1p14 500017-1-18oaantal generaaantal soorten991010910910Leg uit dat een gevarieerde begroeiing zorgt voor een grote variatie aan diersoorten.4Lees verder

Schatten uit diepe merenEen van de oudste en diepste meren ter wereld is het Baikalmeer. Dit meer is ongeveer 30miljoen jaar oud en 1630 meter diep. Er leven bijzondere dieren in, waaronder 260 soortenvlokreeftjes. Sommige daarvan leven van algen, andere jagen, eten aas of parasiteren,soms zelfs op andere vlokreeftjes.Het meer bevat nauwelijks mineralen en is tot op de bodem verzadigd met zuurstof. Injanuari vriest het dicht en meestal ligt er dan enkele maanden een ijslaag van een meter dik.Ongeveer 6 miljoen jaar geleden heerste in Siberië een subtropisch klimaat. Het water vanhet Baikalmeer was toen warmer dan nu. De warme bovenlaag was lichter dan de koudeonderlaag, waardoor onderin geen zuurstof doordrong.Vijf miljoen jaar geleden werd het kouder. De scheiding tussen warm en koud waterverdween, waardoor het oppervlaktewater en het diepe water gemengd werden.tekst 3bewerkt naar: Bert Hidding, Evolutie in het Baikalmeer, Over soortenrijkdom in de parelvan Siberië, bovenbouwteksten UvA 20011p15 2p16 ABCD2p17 500017-1-18oHet koude Baikalmeer is arm aan mineralen.Welke groep van organismen maakt dat in het Baikalmeer mineralen ter beschikkingkomen?Voor welke van onderstaande abiotische factoren is het verschil tussen hetoppervlaktewater en de diepere lagen in het huidige Baikalmeer het grootst?concentratie mineralenpHverlichtingssterktezuurstofSedert vijf miljoen jaar is er een stabiele situatie in het Baikalmeer. IJstijden wisselden afmet warme periodes in een cyclus van ongeveer 12000 jaar. In het Baikalmeer is daarweinig van te merken geweest: hooguit werd de jaarlijkse ijslaag iets dikker of bleef ze watlanger liggen. Voor de soorten in het meer zijn de abiotische factoren steeds constantgebleven.-Leg uit hoe in vijf miljoen jaar uit één soort vlokreeftje een groot aantal soortenvlokreeftjes is kunnen ontstaan en-leg uit dat dit mogelijk was in een meer waarin de abiotische omstandigheden al die tijdconstant zijn gebleven.5Lees verder

Stikstof in de NoordzeeEen groot deel van het organische afval zinkt in de Noordzee naar de zeebodem. Die bodemspeelt een belangrijke rol in de stikstofkringloop.Organische stikstofverbindingen kunnen er worden omgezet in onder andere ammonium. Ditammonium kan in het water terechtkomen. Een andere mogelijkheid is dat ammonium wordtomgezet in nitraat. Dit nitraat kan in het water terechtkomen, maar ook gebruikt worden dooranaërobe bacteriën diep in de bodem.tekst 4bewerkt naar: Lutz Lohse, Toplaag van zeebodem is cruciaal voor stikstofhuishouding inNoordzee, bovenbouwteksten UvA 19992p18 ABC2p19 Welk proces zorgt ervoor dat ammonium vanuit de zeebodem in het water terechtkomt?actief transportdiffusieosmose- Leg uit dat diep in de bodem veelal anaërobe bacteriën leven.- In welke stof zetten deze anaërobe bacteriën nitraat om?De kustzones van de Noordzee hebben te maken met een overmatige aanvoer vanstikstofverbindingen uit de rivieren en uit de atmosfeer (zie tabel 1).tabel 1via rivierenvia de atmosfeervia de Atlantische Oceaan1950202387421980918114742Aanvoer van stikstofverbindingen naar de kustzone van de Noordzee (in 1000 kg per jaar).2p2p20 21 ABCDEF2p22 500017-1-18oOvermatige aanvoer van stikstofverbindingen leidt tot sterke algengroei. Door deze sterkealgengroei ontstaat een zuurstoftekort in het water.Leg uit hoe dit zuurstoftekort ontstaat.Door menselijke activiteiten komen allerlei stoffen in de atmosfeer terecht.Die stoffen kunnen van verschillende groepen moleculen afkomstig zijn:1 DNA;2 eiwitten;3 koolhydraten;4 vetten.In welke van de genoemde organische verbindingen komt het element stikstof altijd voor?in 1 en 2in 1 en 3in 2 en 4in 3 en 4in 1, 2 en 3in 1, 2, 3 en 4Tabel 1 toont dat de stikstofhoeveelheden in zowel de rivieren als de atmosfeer tussen 1950en 1980 sterk veranderd zijn.- Waardoor is die verandering in de atmosfeer vooral veroorzaakt?- Waardoor is de verandering in de rivier vooral veroorzaakt?6Lees verder

Een vrije markt in de natuurtekst 5Een schoolvoorbeeld van een vrije markt in de natuur, met handel tussen verschillendesoorten, is de samenwerking tussen mieren en rupsen van blauwtjes (kleine dagvlinders).De mieren beschermen de rupsen tegen roofvijanden en parasieten. De rupsen serveren ophun beurt aan de mieren een suikerrijke vloeistof, nectar, die ze in een speciale klier op derug produceren.bewerkt naar: Ronald Noë, Vraag en aanbod op de biologische markt, Natuur & Techniekmaart 2001, 34-39afbeelding 2bron: Ronald Noë, Vraag en aanbod op de biologische markt, Natuur & Techniekmaart 2001, 38afbeelding 3hoeveelheid 100nectar(microgram) 80QP60402002p3p23 24 500017-1-18o0510152025aantal mierenIn afbeelding 3 is in een diagram het verband weergegeven tussen de hoeveelheid nectar dieeen blauwtjesrups produceert en het aantal mieren rond zo’n rups.Uit het eerste gedeelte van de grafiek (deel P) blijkt dat bij toename van het aantalomringende mieren de nectarproductie van de rups stijgt.- Leg uit dat dit voor de rupsen functioneel is.In deel Q zie je geen verdere stijging van de nectarproductie per rups.- Leg uit dat ook dit voor de rups functioneel is.Soms komen enkele blauwtjesrupsen bij elkaar en zorgen samen voor nectar. Onder dierupsen zijn wel eens ’profiteurs’ die zelf geen nectar kunnen maken, maar zo welbeschermd worden door de mieren.- Waardoor kan een dergelijk profiteurgedrag in de evolutie ontstaan?- Leg ook uit dat dit profiteurgedrag zich wel kan handhaven bij kleine aantallen profiteursmaar niet bij grote aantallen profiteurs.7Lees verder

Cellen onder een microscoopEen leerling krijgt een preparaat van een aantal cellen.Hij gebruikt de kleinste vergroting van een normale schoolmicroscoop om het preparaat tebekijken.Hij ziet cellen die naast elkaar gerangschikt zijn (zie afbeelding 4).afbeelding 4Vervolgens gebruikt hij een ander objectief, dat zorgt voor een sterkere vergroting.Het beeld dat hij dan waarneemt, kan voorgesteld worden door de vijf hieronder afgebeeldetekeningen (afbeelding 5).afbeelding 5P2p25 ABCDEQRSTBij welk beeld (afbeelding 5) is het preparaat zeker verschoven in vergelijking met deeerste waarneming (afbeelding 4)?bij beeld Pbij beeld Qbij beeld Rbij beeld Sbij beeld TVoor het bekijken van een ander preparaat gebruikt de leerling een objectief waardoor devergroting 600x wordt. Hij ziet een aantal chromosomen. Afbeelding 6 is de schematischetekening die de leerling hiervan maakt.afbeelding 62p26 ABCDEF500017-1-18oOmdat hij denkt dat het beeld niet volledig is, wil hij het preparaat in de richting van de pijlverschuiven.Als hij het preparaat in de richting van de pijl verplaatst, schuift het beeld juist de anderekant op. Daarna schuift de leerling net zo lang het preparaat allerlei kanten op tot hij dechromosomen in het midden van het beeld ziet. Met welk leerproces is deze leerling bezig?gewenningimitatieinprentinginzichtoperant conditionerentrial-and-error8Lees verder

Een derde preparaat komt uit een doos waarin volgens het opschrift op de doos preparatenzitten van spoelworm, ruwe klaver, tuinboon, huisvlieg, ui, oorkwal, eik, kamsalamander.Alle etiketten zijn echter losgeraakt van de preparaten.De leerling bekijkt dit derde preparaat onder de microscoop. Als hij dat op de juiste manierheeft gedaan, blijken er twaalf chromosomen in het midden van het beeld te liggen. Van ditpreparaat maakt de leerling een tekening (zie afbeelding 7).afbeelding 7Het diploïde aantal chromosomen van de genoemde organismen is in tabel 2 weergegeven.tabel 21p1p27 28 500017-1-18oOrganismeSpoelwormRuwe 410121216202424De leerling stelt dat hij op grond van het aantal chromosomen kan kiezen uit de tuinboon ende huisvlieg.Omdat hij daar niet verder mee komt bekijkt hij het preparaat opnieuw en kiest daarna, opgrond van de bouw van de cel, voor de huisvlieg.Waaruit zal de leerling hebben afgeleid dat hij een preparaat van een cel van de huisvliegbekijkt?Een medeleerling die hij dit preparaat en de tekeningen laat zien, zegt dat het behalve vande huisvlieg ook van de kamsalamander kan zijn. Dat is afhankelijk van het type deling.Nadat zij de tekening (afbeelding 7) nogmaals bekeken hebben, komen zij erachter dat hetalleen maar een cel van de kamsalamander geweest kan zijn.Waaruit maken zij op dat het alleen maar een cel van de kamsalamander geweest kan zijn?9Lees verder

Hypoplastisch linkerhartsyndroomHet hypoplastisch linkerhartsyndroom (HLHS) is een ernstige aangeboren hartafwijking. Bijde kinderen met dit syndroom is de linkerkamer nauwelijks ontwikkeld. Dit wordt direct na degeboorte nog niet opgemerkt. Deze kinderen vertonen pas na enkele dagen verschijnselenals een blauw uiterlijk, moeheid en slechter drinken. Zonder behandeling zullen dezekinderen kort na de geboorte sterven.Door middel van een drietal grote operaties worden hart en bloedvaten zo veranderd dat derechterhelft van het hart de functie van de linkerhelft overneemt. In afbeelding 8 is te zienhoe de holle aders na de derde operatie zijn aangesloten op de longslagaders en dat deaorta vanuit de rechterkamer komt.tekst 6bewerkt naar:Hypoplastisch linkerhartsyndroom, een brochure van de NederlandseHartstichting, oktober 2001afbeelding 8bron: patiënteninformatie dossier WKZ Utrecht1p29 2p30 ABCD2p31 ABCD500017-1-18oHet HLHS hart wordt na deze operatie chronisch overbelast.Noem een oorzaak waardoor het geopereerde hart het bloed minder goed kan rondpompendan een normaal hart.Bij een kind dat geopereerd is aan het HLHS hart (afbeelding 8 tekening geopereerd hart),gaat onder andere bloed van de lever naar de hersenen.Welke van de onderstaande wegen beschrijft deze weg het meest compleet en juist?leverader - onderste holle ader - linkerboezem - linkerkamer - aorta - halsslagaderleverader - onderste holle ader - longslagader - longader - linkerboezem - rechterboezem rechterkamer - aorta - halsslagaderleverader - onderste holle ader - longslagader - longader - linkerboezem - rechterkamer aorta - halsslagaderleverader - onderste holle ader - rechterboezem - rechterkamer - aorta - halsslagaderWanneer je de druk vergelijkt in de bloedvaten van een kind dat geopereerd is aan eenHLHS hart met de druk in de bloedvaten van een gezond kind, in welk bloedvat verschilt dedruk dan het meest?aortalongaderlongslagaderonderste holle ader10Lees verder

Pinguïnstekst 7Van de buitenkant is een pinguïn een pinguïn: een koddig beest met twee platvoeten, tweeflippertjes en een vooral zwart-wit gekleurd verenkleed. Rode of roze snavels en bijsommige soorten leuke, punkige gele kuifjes voegen opvallende kleuraccenten toe.Van de huidige zeventien soorten pinguïns leven er maar twee uitsluitend op hetAntarctische continent. De andere soorten bewonen vooral de vele eilanden en eilandjes inde zuidelijke wateren en de zuidelijke delen van Amerika, Afrika, Australië en NieuwZeeland. Ondanks de grote uiterlijke gelijkenis vertonen de soorten grote verschillen ingedrag. Zo heeft iedere soort zijn eigen baltsgedrag.Ook zijn er grote verschillen in broedgedrag. Slechts twee soorten broeden solitair (deGeeloogpinguïn en de Fiordlandpinguïn), de overige vijftien soorten doen dat inkolonieverband. Bij de Ezelspinguïn zijn zulke kolonies nog relatief klein, tot ca. 100broedparen, maar bij onder andere de Koningspinguïn en de Macaronipinguïn kunnen dekolonies uit meer dan honderdduizend paren bestaan. Als de eieren zijn uitgekomen, is dezorg nog niet voorbij. Sommige soorten, onder andere de Konings- en de Keizerspinguïn,kennen crèches met vele duizenden jongen. De jongen staan in deze crèches dicht tegenelkaar.bewerkt naar: Jelle Reumer, Crèche in de vrieskou, NRC Handelsblad, 23 oktober 19991p32 Iemand meent het gedrag waarbij de jongen in de crèches dicht tegen elkaar aan staan, tekunnen verklaren door te zeggen: ”Het is gezelliger voor de pinguïns om zo dicht tegenelkaar aan te staan.”Leg uit waarom zo’n verklaring in de gedragsleer niet acceptabel is.1p33 Noem een voordeel dat de jongen hebben door zo dicht tegen elkaar aan te staan.1p34 Iedere soort heeft zijn eigen baltsgedrag.Wat is de functie van dit verschil in baltsgedrag?2p35 De pinguïnouders zorgen ervoor dat het voedsel dat ze meenemen, alléén terechtkomt bijhun eigen jongen.- Wat is het gevolg van dit bevoordelen van eigen jongen?- Wat is de functie van dit gedrag voor de soort?afbeelding 9bron: J.N. Davies e.a., Bird Families of the world, Oxford University press, 2951p36 500017-1-18oIn afbeelding 9 zie je een tekening van de ’waggelpas’; dit is een onderdeel van hetparingsritueel.Met welke algemene term benoemen biologen een ’onderdeel’ uit het gedrag van een dier,zoals deze waggelpas?11Lees verder

Gemixte vliegenvangersDe doctoraalstudent biologie Thor Veen baarde opzien met een artikel in het befaamdetijdschrift Nature. Hij deed onderzoek aan twee groepen vliegenvangers: de Bontevliegenvanger (Ficedula hypoleuca) en de Withalsvliegenvanger (Ficedula albicollis), (zieafbeelding 10). Beide groepen vliegenvangers leven van insecten. In principe leven ze inverschillende gebieden, maar onder andere op de Zweedse eilanden Öland en Go

biologie 20 05 Tijdvak 1 Donderdag 26 mei 13.30 – 16.30 uu r Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen; het examen bestaat uit 47 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een open vraag een verklaring, uitleg

Related Documents:

Examen HAVO 2013 biologie Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 43 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een open vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden

1. Biologie I 12,5 1 10 2. Biologie II 12,5 2 10 3. Biologie III 15 3 10 4. Biologie IV 15 4 12 5. Ökologische und Systematische Diversität der Organismen A 5 1 5 6. Ökologische und Systematische Diversität der Organismen B 5 2 5 7. Experimentelle und Theoretische Ansätze der Biologie 5 4 2 8. Allgemeine und Anorganische Chemie mit

De omvang van het vak wiskunde A is voor de havo 320 SLU. Hiervan beslaat het in deze syllabus gespecificeerde CE-deel ongeveer 60%. 1.2 Het centraal examen wiskunde A In bijlage 2 is een lijst opgenomen van de specifieke betekenissen van de in het centraal examen gebruikte examenwerkwoorden voor alle wiskundevakken havo/vwo met een centraal .

Dit pta-deel voor 5 havo Biologie betreft een wijziging in de omschrijving, vanwege vernieuwde regelgeving omtrent het schoolexamen. De leerstof en weging zijn niet veranderd ten opzichte van eerdere publicaties. Dit herziene pta-deel sluit dus nog steeds aan op de pta-delen Biologie die afgesloten zijn in 4h van het cohort 2018 – 2020.

para tomar este examen. Si rechaza este Acuerdo de Confidencialidad, no se le permitirá tomar el examen. Yo, [Su Nombre], acepto mantener la confidencialidad del contenido del examen y la redacción de las preguntas del examen. No divulgaré, reproduciré o transmitiré este examen, en su t

El examen muestra incluye 47 reactivos y sirve para ilustrar los tipos de reactivos que se pueden presentar, pero no aparecerán en el examen. El día del examen se le entregará un cuadernillo que contiene 119 reactivos y su respectiva hoja de respuestas. Recuerde que el examen se calificará mediante la lectura

Elementos Básicos de Seguridad Serie Modelo de examen Centro de examen Número de sesión Lugar de examen Fecha de examen Número candidato/a Firma candidato/a Empresa Apellido Nombre Fecha de nacimiento Lugar de nacim

kadar asam folat di bawah normal, yaitu folat serum 3 ng/ml dan folat eritrosit 130 ng/mL (Mayes, 2007). Defisiensi folat ini dapat terjadi karena akibat langsung dari kurangnya konsumsi .