ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE OPLEIDINGEN

3y ago
22 Views
2 Downloads
653.20 KB
116 Pages
Last View : 25d ago
Last Download : 3m ago
Upload by : Joao Adcock
Transcription

ONDERWIJS- ENEXAMENREGELINGBACHELOR OF SCIENCEOPLEIDINGENvan deFaculteitEconomie en Bedrijfskunde(FEB)STUDIEJAAR 2009-2010UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

ii

OER Bacheloropleidingen FEB 2009-2010InhoudsopgaveInhoudsopgaveVaststelling en publicatievHoofdstuk 1: Algemene regels voor alle bacheloropleidingen van de FEB-artikel 1:artikel 2:artikel 3:artikel 4:artikel 5:artikel 6:artikel 7:artikel 8:artikel 9:artikel 10:artikel 11:artikel 12:artikel 13:artikel 14:artikel 15:artikel 16:artikel 17:artikel 18:artikel 19:artikel 20:artikel 21:artikel 22:artikel 23:artikel 24:artikel 25:ToepasselijkheidExamencommissieEindtermenHet studieprogrammaDeeltijd / VoltijdAfleggen tentamens, examens en Cum Laude regelingGeldigheidsduur tentamensTentamenregelingFraudeBijzondere tentamenregelingenOpenbaarheidBekendmaking tentamenresultaatInzage schriftelijke tentamensVrijstellingenBindend studieadvies propedeuseToelating tot tentamens in de opleidingDeelname aan het onderwijsTaalStudievoortgang en -begeleidingToelating tot Nederlandstalige programma’sToelating tot Engelstalige programma’sEisen Colloquium eHoofdstuk 2: De bacheloropleiding Actuariële wetenschappen2.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude2.2 Programma’s 2009-20102.3 Vakkenlijsten 2009-20102.4 Ingangseisen per vakHoofdstuk 3: De bacheloropleiding Econometrie en Operationele research3.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude3.2 Programma’s 2009-20103.3 Vakkenlijsten 2009-20103.4 Ingangseisen per vakHoofdstuk 4: De bacheloropleiding Economie en Bedrijfskunde4.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude4.2 Programma’s 2009-20104.3 Vakkenlijsten 2009-20104.4 Ingangseisen per 2425273034373941445663

OER Bacheloropleidingen FEB 2009-2010InhoudsopgaveHoofdstuk 5: De bacheloropleiding Fiscale economie5.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude5.2 Programma’s 2009-20105.3 Vakkenlijsten 2009-20105.4 Ingangseisen per vakBijlagenBijlage A:676971727475Speciale Programma’s77- Honoursprogramma FEB- Double Degree Programma ‘s- Double Degree Fiscale Economie777884Bijlage B:Huishoudelijk Reglement Schriftelijke Tentamens FEB85Bijlage C:Klachtenregeling FEB89Bijlage D:Reglement Bachelorscripties en Stages aan de FEB 2009-201093Bijlage E:Fraude- en Plagiaatregeling UvA103Bijlage F:Lijst met gebruikte afkortingen109iv

OER Bacheloropleidingen FEB 2009-2010Vaststelling en publicatieVaststelling en publicatie1. Deze Onderwijs- en Examenregeling voor alle bacheloropleidingen van de Faculteit Economie enBedrijfskunde 2009-2010 is vastgesteld door de decaan van de FEB op 29 juni 2009 na advies van:- de Opleidingscommissie Actuariële wetenschappen, Econometrie en Operationele research(AEO)- de Opleidingscommissie Economie en Bedrijfskunde- de Opleidingscommissie Fiscale Economie- de Examencommissie FEB- de Ondernemingsraad FEBen na advies c.q. instemming van de facultaire studentenraad FEB op de onderdelen van dezeregeling waarop de facultaire studentenraad conform het faculteitsreglement advies- c.q.instemmingsrecht heeft.2. Deze Onderwijs- en Examenregeling wordt bekend gemaakt door een verkorte opname in destudiegids van de FEB. De volledige tekst wordt op het FEB-web gepubliceerd.(www.FEB.uva.nl/onderwijsinstituut)3. Deze Onderwijs- en Examenregeling kan voor een specifieke opleiding worden aangehaald als‘Onderwijs- en Examenregeling Bachelor of Science in [betreffende opleiding] UvA studiejaar2009-2010’ of kortweg OER BSc [betreffende opleiding] 2009-2010. De betreffendebacheloropleidingen zijn Actuariële wetenschappen, Econometrie en Operationele research,Economie en Bedrijfskunde, en Fiscale economie.v

OER Bacheloropleidingen FEB 2009-2010Vaststelling en publicatievi

OER Bacheloropleidingen FEB 2009-2010Hoofdstuk IAlgemene regelsvoor alleBacheloropleidingenvan deFaculteitEconomie en Bedrijfskunde(FEB)1

OER Bacheloropleidingen FEB 2009-20102

OER Bacheloropleidingen FEB 2009-2010Algemene regelsHoofdstuk 1Artikel 1 – Toepasselijkheid1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de volgende vierbacheloropleidingen:- Bachelor of Science in Actuariële wetenschappen;- Bachelor of Science in Econometrie en Operationele research;- Bachelor of Science in Economie en Bedrijfskunde;- Bachelor of Science in Fiscale economie.De bacheloropleidingen zijn opleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde, verder tenoemen: 'de faculteit' of ‘de FEB’.2. Indien in deze regeling gesproken wordt van ‘de opleiding’ zonder nadere toevoeging, dan heeft ditbetrekking op elke bacheloropleiding van de FEB.3. Indien in deze regeling gesproken wordt van de opleiding Actuariële wetenschappen, of van deopleiding Econometrie en Operationele research, of van de opleiding Economie en Bedrijfskunde,of van de opleiding Fiscale economie, dan heeft de betreffende tekst alleen betrekking op degenoemde bacheloropleiding.Artikel 2 – Examencommissie(art.7.12 WHW)1. De Examencommissie is een door de decaan ingestelde commissie die tot taak heeft de controle ophet afnemen van tentamens, alsook op de organisatie en coördinatie van de tentamens.2. De Examencommissie is tevens bevoegd te beslissen in gevallen waarin deze regeling niet voorziet.Artikel 3 – Eindtermen(art.7.13.2.a,b,c WHW)1. De eindtermen qua doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude voor de opleiding Actuariëlewetenschappen zijn opgenomen in hoofdstuk 2.2. De eindtermen qua doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude voor de opleiding Econometrie enOperationele research zijn opgenomen in hoofdstuk 3.3. De eindtermen qua doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude voor de opleiding Economie enBedrijfskunde zijn opgenomen in hoofdstuk 4.4. De eindtermen qua doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude voor de opleiding Fiscale economiezijn opgenomen in hoofdstuk 5.Artikel 4 – Het studieprogramma(art. 7.13.2.a,d,e WHW)1. Studiepunten worden berekend volgens het systeem van european credits (ec). De opleidingbestaat uit een propedeutische fase (de propedeuse of het eerste studiejaar) met een studielast van60 studiepunten (ec), afgesloten met een propedeutisch examen, en een postpropedeutische fase(het tweede en derde studiejaar) met een studielast van 120 studiepunten (ec). De opleiding wordtafgesloten met het Bachelor of Science examen. Een uitgebreide beschrijving van hetstudieprogramma van elke opleiding staat weergegeven in de hoofdstukken 2 tot en met 5.3

OER Bacheloropleidingen FEB 2009-2010Algemene regels2. Er zijn binnen de opleiding Economie en Bedrijfskunde Nederlandstalige en Engelstaligeprogramma’s. Alle programma’s staan beschreven in hoofdstuk 4.Deelname aan de Nederlandstalige programma’s is aan beperkingen onderhevig conform artikel20 in dit hoofdstuk.Deelname aan de Engelstalige programma’s is aan beperkingen onderhevig conform artikel 21 indit hoofdstuk.3. De vakken waaruit elk studieprogramma bestaat worden jaarlijks vastgesteld en in de studiegidsbekend gemaakt. In de hoofdstukken 2, 3, 4 en 5 worden per opleiding de vakken beschrevenwaaruit elk studieprogramma in 2009-2010 bestaat.4. a. Het door de student in de postpropedeutische fase gevolgde studieprogramma dient door deExamencommissie goedgekeurd te worden.b. Goedkeuring voor een studieprogramma in de postpropedeutische fase kan pas bij deExamencommissie aangevraagd worden als de student het propedeutisch examen van debetreffende opleiding heeft behaald dan wel daar vrijstelling voor heeft verkregen.c. Het studieprogramma dient te voldoen aan de Onderwijs- en Examenregeling geldig in hetstudiejaar waarin het studieprogramma ter beoordeling aan de Examencommissie wordtvoorgelegd.d. In afwijking van het bepaalde in lid c kan de examencommissie onderdelen van hetstudieprogramma goedkeuren die beschreven staan in oudere Onderwijs– enExamenregelingen; deze regelingen mogen echter niet ouder zijn dan drie studiejarenvoorafgaand aan het studiejaar waarin het studieprogramma ter beoordeling aan deExamencommissie wordt voorgelegd.e. Een student wiens studieprogramma door de Examencommissie is goedgekeurd, heeft het rechtdat studieprogramma volledig af te ronden binnen 4 jaar met ingang van de datum van degoedkeuring van het studieprogramma.f. Indien een door de Examencommissie goedgekeurd studieprogramma als gevolg van hetvervallen van vakken niet meer afgerond kan worden, beslist de Examencommissie op welkewijze dat studieprogramma alsnog afgerond kan worden.5. a. Uitgezonderd de opleiding Fiscale economie en de studierichting Bedrijfskunde binnen deopleiding Economie en bedrijfskunde dient aan het einde van de postpropedeutischefase een Bachelorscriptie te worden geschreven binnen het vak Afstudeerseminar enBachelorscriptie. De Bachelorscriptie dient te voldoen aan de eisen die staan vermeld in het‘Reglement Bachelorscripties en Stages aan de FEB 2009-2010’ (Bijlage D).b. Bij de opleiding Fiscale economie, waar de Afstudeerseminar en de Bachelorscriptie tweeafzonderlijke vakken zijn, kan de Bachelorscriptie geschreven worden bij ofwel een fiscaaleconomische docent van de FEB ofwel bij een fiscaal- juridische docent van de Faculteit derRechtsgeleerdheid (FdR). Wanneer een Bachelorscriptie geschreven wordt bij de FdR, is(eveneens) goedkeuring van de opleidingsdirecteur Fiscale economie vereist. DeBachelorscriptie dient te voldoen aan de eisen die staan vermeld in het ‘ReglementBachelorscripties en Stages aan de FEB 2009-2010’ (Bijlage D).6. In het kader van de opleiding Economie en Bedrijfskunde, de opleiding Fiscale economie en deopleiding Econometrie en Operationele research, variant Econometrie mag - indien hetpropedeutisch examen is behaald - een ‘keuzevakstage’ worden gelopen. Hieraan wordenmaximaal 10 studiepunten in de vrije keuzeruimte toegekend. De stage dient te voldoen aan deeisen die staan vermeld in het ‘Reglement Bachelorscripties en Stages aan de FEB 2009-2010’(Bijlage D).7. In het kader van de postpropedeutische fase van de opleiding Economie en Bedrijfskunde, deopleiding Actuariële wetenschappen en de opleiding Econometrie en Operationele research,(minor-) variant Operationele Research mag in samenhang met de Bachelorscriptie een‘Bachelorscriptiestage’ worden gelopen; aan de Bachelorscriptiestage zelf worden geenstudiepunten toegekend. De stage wordt wel afzonderlijk op de cijferlijst vermeld. De stage dientte voldoen aan de eisen die staan vermeld in het ’Reglement Bachelorscripties en Stages aan deFEB 2009-2010’ (Bijlage D).4

OER Bacheloropleidingen FEB 2009-2010Algemene regels8. Keuzevakken binnen de vrije keuzeruimte van een opleiding kunnen gekozen worden:- uit alle vakkenlijsten van de FEB;- uit het aanbod van vakken bij een andere faculteit van de UvA;- uit het aanbod van vakken bij een andere universiteit in Nederland;- uit het aanbod van vakken bij een andere universiteit in het buitenland.Voor deelname aan het onderwijs en tentamens van keuzevakken gelden de volgende eisen:a. het propedeutisch examen dient behaald te zijn;b. aan de gestelde ingangseisen van het betreffende vak moet voldaan worden;c. het vak dient minimaal een postpropedeutisch niveau te hebben, tenzij het een cursustaalverwerving betreft (max. 10 ec) of het vak een onderdeel vormt van een door deExamencommissie goedgekeurde minor;d. het vak dient behaald te zijn in de periode dat de student bij een opleiding van de FEB stondingeschreven;e. het vak heeft geen overlap met andere vakken binnen het postpropedeutische programma vande student;f. voor een vak buiten de FEB dient toestemming aan de Examencommissie te worden gevraagd.9. Aan het postpropedeutische programma mogen extra vakken tot een maximum van 60 ec wordentoegevoegd. Het toevoegen van vakken is alleen toegestaan als voldaan wordt aan de volgendeeisen:- het vak is behaald aan de UvA, of aan een andere Nederlandse universiteit, of aan eenbuitenlandse universiteit;- het vak is behaald in de periode dat de student bij een opleiding van de FEB stondingeschreven;- het vak dient minimaal een postpropedeutisch niveau te hebben, tenzij het een cursustaalverwerving betreft (max. 10 ec);- het vak heeft geen overlap met andere vakken binnen het (post)propedeutische programmavan de student.10. Een minor (30 ec) kan alléén binnen het studieprogramma worden opgenomen als:- de student een minorcertificaat kan overleggen dat door een faculteit of instituut van de UvAis afgegeven;- het een minor betreft die niet uit vakken bestaat die binnen de opleiding waarvoor de studentstaat ingeschreven worden aangeboden, met uitzondering van de minor ‘Entrepreneurship’.11. Tijdens de propedeuse en de postpropedeutische fase kan een student aan de Examencommissietoestemming vragen om aan het universitaire Honoursprogramma te mogen deelnemen. Destudielast van het universitaire Honoursprogramma komt bovenop die van de reguliere opleiding.Toestemming voor deelname aan het Honoursprogramma wordt alléén verleend wanneer voldaanis aan de daarvoor gestelde (toelatings)voorwaarden (zie Bijlage A).Artikel 5 – Deeltijd / Voltijd(art. 7.13.2.i WHW)Elke opleiding van de FEB is voltijds ingericht.Artikel 6 – Afleggen tentamens, examens en Cum Laude regeling(art.7.13.2.h, j WHW)1. a. Voor alle vakken geldt dat in de periode van twaalf maanden, gerekend vanaf de aanvangvan het onderwijs dat voorbereidt op een bepaald tentamen, ten minste driemaal degelegenheid wordt geboden het tentamen af te leggen, waarvan éénmaal aansluitend op hetverzorgde onderwijs.b. Het in sub a gestelde is niet van toepassing op practische oefeningen die deel uitmaken vaneen examenonderdeel. Studenten dienen in de gelegenheid te worden gesteld om, zo mogelijk5

OER Bacheloropleidingen FEB 2009-20102.3.4.5.Algemene regelsen binnen de grenzen van de redelijkheid, werkstukken en/of praktische oefeningen die meteen onvoldoende beoordeeld zijn te verbeteren.Onder praktische oefening wordt verstaan het deelnemen aan een practicum of andereonderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. Voorbeeldenvan een praktische oefening zijn:– het maken van een scriptie– het houden van een voordracht– het maken van een werkstuk of proefontwerp– het uitvoeren van een onderzoeksopdracht– het verrichten van een andere onderwijsactiviteit, vastgesteld door het opleidingsbestuur,die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden.c. Voor een vak uit het studieprogramma waarvoor in een bepaald studiejaar geen onderwijswordt aangeboden, kan toch ten minste éénmaal in dat studiejaar het tentamen wordenafgelegd. Voor een vak dat per 1 september van het lopende studiejaar is komen te vervallenkan, naast eventueel de resterende herkansing(en) van de reguliere tentamenmogelijkhedenzoals bedoeld in lid a, nog éénmaal in het lopende studiejaar tentamen worden afgelegd.d. Voor vakken binnen de opleiding die door een andere faculteit worden getentamineerd, geldthet tentamenreglement van de betreffende faculteit.e. Een afgelegd tentamen mag opnieuw worden afgelegd, waardoor het eerder behaalde judiciumvervalt. Alléén het judicium van het laatst afgelegde tentamen geldt.Aan het tentamen van een vak wordt een judicium toegekend.a. Indien het judicium in een cijfer wordt uitgedrukt, dan gelden de volgende regels:- het laagste cijfer is een 1 en het hoogste cijfer een 10;- alléén hele of halve cijfers, uitgezonderd het cijfer 5.5, mogen worden toegekend;- het laagste cijfer dat voor een voldoende behaald kan worden, is het cijfer 6.b. Indien het judicium niet in een cijfer wordt uitgedrukt, dan is het judicium ofwel aan alleverplichtingen voldaan (AVV) ofwel onvoldoende (ONV).a. Indien een student voldaan heeft aan alle eisen van het propedeutisch examen van de opleidingwaarvoor hij staat ingeschreven, kan hij het propedeutisch examen en het daarbij behorendepropedeusediploma bij het Bureau Examens en Studiezaken (BES) aanvragen. De student dientzich hiertoe persoonlijk te melden bij BES en zijn paspoort of Nederlandse identiteitskaart tetonen. Propedeusediploma’s dienen door de student zelf te worden opgehaald bij BES, tenzij destudent door het OWI is uitgenodigd voor de jaarlijkse diploma-uitreiking in het najaar.b. Indien een student voldaan heeft aan alle eisen van het bachelorexamen van de opleidingwaarvoor hij staat ingeschreven, kan hij het bachelorexamen en het daarbij behorendebachelordiploma bij Bureau Examen- en Studiezaken (BES) aanvragen. De student dient zichhiertoe persoonlijk te melden bij BES en zijn paspoort of Nederlandse identiteitskaart te tonen.De uitreiking van bachelordiploma’s vindt negenmaal per jaar plaats.Aan het propedeusediploma wordt het judicium cum laude toegekend, indien:- het gewogen gemiddelde judicium van alle op de cijferlijst vermelde studieonderdelentenminste 8 is;- er in geen enkel studieonderdeel een hertentamen is afgelegd;- voor maximaal 10 studiepunten aan vrijstelling is verleend.De Examencommissie behoudt zich het recht voor andere factoren bij de beoordeling te betrekken.Aan het bachelordiploma wordt het judicium cum laude toegekend, indien:- het gewogen gemiddelde judicium van alle op de cijferlijst vermelde niet-propedeusestudieonderdelen tenminste 8 is;- het judicium van de Bachelorscriptie tenminste het cijfer 8 bedraagt;- er in geen enkel studieonderdeel een hertentamen is afgelegd;- voor maximaal 20 studiepunten aan vrijstelling is verleend.De Examencommissie behoudt zich het recht voor andere factoren bij de beoordeling te betrekken.6

OER Bacheloropleidingen FEB 2009-2010Algemene regelsArtikel 7 – Geldigheidsduur tentamens(art.7.13.2.k WHW)1. De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens van de propedeutische fase is drie jaaren van de postpropedeutische fase zes jaar, behoudens de bevoegdheid van de Examencommissie diegeldigheidsduur te verlengen.2. In uitzondering op het in lid 1 gestelde geldt voor met goed gevolg afgelegde tentamens vandoctoraalvakken - die vóór 1 september 2002 zijn behaald en die na 31 augustus 2002 zijnmeegenomen bij de overstap van een doctoraalprogramma naar een bachelor- en masterprogramma een geldigheidsduur van 10 jaar, behoudens de bevoegdheid van de Examencommissie diegeldigheidsduur te verlengen.Artikel 8 – Tentamenregeling(art.7.13.2.l WHW)1. a. De tentamens van de onderwijseenheden in de propedeutische fase worden schriftelijkafgelegd.b. De tentamens van de onderwijseenheden in de postpropedeutsche fase van de opleiding wordenafgenomen in de vorm zoals jaarlijks vermeld in de studiegids.2. Indien een tentamen bestaat uit verschillende onderdelen, wordt in de studiegids aangegeven uitwelke onderdelen het tentamen bestaat en welke gewichten aan die onderdelen worden toegekend.3. Voor vakken met een schriftelijk tentamen heeft de student recht op een representatiefvoorbeeldtentamen met uitwerkingen.4. Nadere regels omtrent schriftelijke tentamens zijn vastgelegd in het ‘Huishoudelijk ReglementSchriftelijke Tentamens FEB’ (Bijlage B).Artikel 9 – Fraude(art. 7.12.4 WHW)1. Het bepaalde in de fraude- en plagiaatregeling studenten UvA is onverkort van toepassing en maaktonderdeel uit van deze onderwijs en examenregeling. De tekst van de regeling is als bijlage Ebijgevoegd.2. Indien tijdens een tentamen wordt geconstateerd dat een student handelt in strijd met devoorschriften zoals opgenomen in het ‘Huishoudelijk Reglement Schriftelijke Tentamens FEB’,wordt dit gemeld aan de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt na het horen van studenten docent de sanctie.3. Bij de detectie van plagiaat in teksten kan gebruik worden gemaakt van elektronischedetectieprogramma’s. Met het aanleveren van de tekst geeft de student impliciet toestemming tot hetopnemen van de tekst in de database van het betreffende detectieprogramma.4. Als aan een student vanwege fraude of een andere onregelmatigheid een sanctie wordt opgelegd,dan wordt deze geregistreerd in het dossier v

BACHELOR OF SCIENCE OPLEIDINGEN van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) STUDIEJAAR 2009-2010 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM. ii. OER Bacheloropleidingen FEB 2009-2010 Inhoudsopgave iii Inhoudsopgave . - artikel 18: Taal 13 - artikel 19: Studievoortgang en -begeleiding 13 .

Related Documents:

Toegepaste Wiskunde CROHO-nummer 35168 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut van de Hogeschool van Amsterdam en is gebaseerd op de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek. Het voor alle bacheloropleidingen geldende gedeelte van deze regeling is beoordeeld door de Centrale

B Bedrijfskunde AAFM en AHB 34035 Bachelor of Science (BSC) baccalaureus (bc.) De regels in de OER gelden voor: Alle studenten die zijn ingeschreven voor het studiejaar 2018-2019 en studeren aan een opleiding hierboven. Met studenten bedoelen we ook extranei. Dit zijn studenten die alleen toetsen doen en geen onderwijs volgen. Het College van .

B Bedrijfskunde AAFM en AHB 34035 Bachelor of Science (BSC) baccalaureus (bc.) De regels in de OER gelden voor: Alle studenten die zijn ingeschreven voor het studiejaar 2019-2020 en studeren aan een opleiding hierboven. Met studenten bedoelen we ook extranei. Dit zijn studenten die alleen toetsen doen en geen onderwijs volgen. Het College van .

HOGER ONDERWIJS Het hoger onderwijs omvat het ‘hoger beroepsonderwijs (hbo)’ en het ‘wetenschappelijk onderwijs (wo)’. Aan een universiteit staat de wetenschap centraal, aan een hbo-school worden studenten voor een hoger beroep opgeleid. Om tot een universiteit toegelaten te worden, moet men een vwo-diploma hebben, voor

aanzien van hun opleiding en de rol die technologie hierin speelt4. Het is essentieel dat hun onderwijs goed aansluit op de (digitale) arbeidsmarkt en dat het onderwijs flexibel is, bijvoorbeeld door het aanbod van online onderwijs. Het optimaal benutten van de mogelijkheden van ICT in het onderwijs vraagt nieuwe kennis en vaardigheden van .

Bachelor of Science 2020/2021 www.usm.my SCHOOL OF PHARMACEUTICAL SCIENCES Bachelor of Pharmacy COMMUNICATIONS Bachelor of COMMUNICATIONS SCHOOL OF MANAGEMENT Bachelor of ACCOUNTING Bachelor of MANAGEMENT BACHELOR OF APPLIED SCIENCE SCHOOL OF PURE SCIENCES (PHYSICS, BIOLOGY, CHEMISTRY AND MATHEMATICS) BACHELOR OF SCIENCE SCHOOL OF MECHANICAL .

a. een deelcertificaat van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, vwo, in de vakken wiskunde-B en natuurkunde, dan wel in het bezit te zijn van een certificaat van een bijscholingscursus of van een bij de instelling afgelegde toets en b. voldoende uitdrukkingsvaardigheid in de Nederlandse taal. Dit is ook een vereiste bij Engelstalige

S. Kemme e.a. (2009) Basisvaardigheden wiskunde voor het hoger onderwijs, A, Noordhoff Uitgeverijen Verplichte software / verplicht materiaal n.v.t. Eigen financiële bijdrage n.v.t. Tentaminering Naam en code (deel)tentamen Deeltentamen: Kennistoets wiskunde 1 KT WI1 .