Advies - SERV

1y ago
8 Views
2 Downloads
776.57 KB
24 Pages
Last View : 8d ago
Last Download : 3m ago
Upload by : Sabrina Baez
Transcription

AdviesOneerlijke handelspraktijken aanpakkenvoor een betere werking van de markten vanprimaire producenten in de land- entuinbouw, visserij en aquacultuurOmzetting Europese richtlijn in Belgische wetgevingBrussel, 17 mei 2021Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T 32 2 209 01 11info@salv.be www.salv.be

Oneerlijke handelspraktijken aanpakken voor een betere werking van demarkten van primaire producenten in de land- en tuinbouw, visserij enaquacultuurDe Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij adviseert de beleidsmakers, in hoofdzaak de VlaamseRegering en het Vlaams Parlement, over landbouw en visserij in de brede zin van het woord. De adviezen, zoalsvastgesteld door de belanghebbenden vertegenwoordigd in de adviesraad, passen in een gedragen politiekebesluitvorming.Advies op eigen initiatiefAdvies verleend aan: Hilde Crevits – Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw;Jan Jambon – Minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, ICTen Facilitair Management; Bart Dochy – voorzitter van de Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid vanhet Vlaams Parlement; Robrecht Bothuyne – voorzitter van de Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie,Wetenschap en Innovatie van het Vlaams Parlement; Pierre-Yves Dermagne – federaal vice-eersteminister en ministervan Economie en Werk; David Clarinval – federaal minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw,Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing; Alexander De Croo – eerste minister van de FederaleRegering; Patricia De Clercq –secretaris-generaal van het Departement Landbouw en Visserij; kopie aan Joris Relaes–administrateur-generaal van het Instituut voor Landbouw-, Visserij-en Voedingsonderzoek (ILVO); kopie aan FilipFontaine–algemeen directeur van het Vlaams Centrum voor Agro-en Visserijmarketing (VLAM)Adviestermijn: 15 dagenDecretale opdracht: SALV-decreet van 6 juli 2007, art. 4 (SAR-functie)Goedkeuring raad: 17 mei 2021Adviesnummer: 2021-05Dossierhouder: Pieter De Graef – pdgraef@serv.beContactpersoon: Koen Carels – kcarels@serv.be2

Oneerlijke handelspraktijken aanpakken voor een betere werking van demarkten van primaire producenten in de land- en tuinbouw, visserij enaquacultuurInhoudInhoud . 3Inleiding . 4Krachtlijnen . 5Situering. 61Algemene beleidscontext. 62Richtlijn oneerlijke handelspraktijken . 82.1Doelstelling . 92.2Uitgangspunt: stapsgewijze aanpak . 92.3Verboden praktijken . 102.4Handhaving en implementatie . 113Voorwerp van advies: omzetting richtlijn in het BelgischWetboek van Economisch Recht . 12Advies . 14Bibliografie . 22Lijst met figuren en tabellen . 243

Oneerlijke handelspraktijken aanpakken voor een betere werking van demarkten van primaire producenten in de land- en tuinbouw, visserij enaquacultuurInleidingDe SALV volgt als strategische adviesraad voor landbouw en visserij binnen de Vlaamse overheideveneens de beleidsontwikkelingen op het Europese en federale overheidsniveau op die eenimpact hebben op de primaire productie in Vlaanderen. In dat verband stond de totstandkomingvan de Europese richtlijn rond oneerlijke handelspraktijken en de nakende omzetting ervan innationale wetgeving reeds op de agenda van de SALV op 29 maart 2019. De werkcommissieVerdienmodellen van de SALV, die zich toelegt op agro-economische thema’s, kreeg op 27 april2021 een toelichting van de FOD Economie over deze vertaling van de Europese richtlijn rondoneerlijke handelspraktijken in het Belgisch Wetboek van Economisch Recht.De SALV maakt gebruik van zijn mogelijkheid om federaal te adviseren over deze thematiek metrelevantie voor de Vlaamse landbouw-, tuinbouw-, visserij- en brede agrovoedingssector.1 Binnende werkcommissie Verdienmodellen werd voorliggend advies in ontwerp voorbereid, waarna hetdoor de SALV in schriftelijke procedure werd goedgekeurd op 17 mei 2021.1Hendrik VandammeKoen CarelsVoorzitter SALVSecretaris SALVSALV-decreet van 6 juli 2007, artikel 4, § 4.4

Oneerlijke handelspraktijken aanpakken voor een betere werking van demarkten van primaire producenten in de land- en tuinbouw, visserij enaquacultuurKrachtlijnenDe verbetering van de inkomens van land- en tuinbouwers hier en in het globale zuiden is voorde SALV een essentiële component van de integrale verduurzaming van de voedselproductie.Het initiatief om oneerlijke handelspraktijken te bannen, ziet de adviesraad als een stap in degoede richting naar een fair trade in landbouw- en voedingsproducten (met inbegrip van visserijen aquacultuurproducten). Dit initiatief vormt één van de pijlers van de Europese beleidsagendatot versterking van de positie van land- en tuinbouwers in de voedselvoorzieningsketen. Bij deomzetting van de richtlijn rond oneerlijke handelspraktijken vraagt de SALV daarom te zorgenvoor beleidscoherentie tussen de federale en Vlaamse overheid bij de implementatie van dezeEuropese beleidsagenda. De drie pijlers ervan – de ban op oneerlijke handelspraktijken, deverhoging van markt- en prijstransparantie en de bevordering van samenwerking viaproducenten- en brancheorganisaties – dienen elkaar te versterken opdat zij in hun samenhangeffectief tot een betere ketenwerking en fair trade kunnen leiden. Vanuit dat oogpunt geeft deSALV volgende aanbevelingen bij de omzetting van de richtlijn rond oneerlijke handelspraktijkenin Belgische wetgeving:Bescherm alle leveranciers van landbouw- en voedingsproducten en hun verenigingen tegenoneerlijke handelspraktijken, ongeacht hun economische omvang en neem derhalve deomzetgrens van 350 miljoen niet over.Ent de bescherming tegen oneerlijke handelspraktijken vooral op de weg die landbouw- envoedingsproducten doorlopen van producent tot consument (cf. zandlopermodel) en breidhet toepassingsgebied uit naar retail allianties in hun hoedanigheid als ‘onderhandelaar’.Stel betalingstermijnen die een periode van 30 dagen na levering overschrijden in alsverboden praktijk voor landbouw- en voedingsproducten in het algemeen.Breid het toepassingsgebied uit tot alle landbouw- en voedingsproducten, zowel bestemdvoor menselijk als voor dierlijk gebruik (food en feed).Heb aandacht voor de problematiek van economische afhankelijkheid of de ‘fear factor’ diemaakt dat leveranciers zich gedwongen kunnen voelen om oneerlijke handelspraktijken uitde zgn. grijze lijst op te nemen in contracten op een onevenwichtige manier.Grijp de omzetting van de richtlijn aan om heldere en afdwingbare voorwaarden te stellenvoor het voeren van redelijke promotieacties.Beschouw in de omzetting van de richtlijn de niet-naleving van interprofessionele afsprakenals een verboden, eenzijdige contractwijziging.Bouw een expliciete omschrijving in van ‘(dreiging met) vergeldingsmaatregelen’ vanafnemers aan leveranciers die als een oneerlijke handelspraktijk worden gezien.Monitor en evalueer het effect die de integratie van de richtlijn in de Belgische wetgeving zalhebben op het economische verkeer in de voedselvoorzieningsketen en stuur tijdig bij.Voorzie een voldoende uitgebouwde handhavingsautoriteit die een doeltreffende, vlotte entijdige behandeling van klachten garandeert en die een toegankelijk platform biedt waarleveranciers, ongeacht hun vestiging binnen of buiten België, klachten (anoniem) kunnenneerleggen en waarbij de vertrouwelijkheid wordt gegarandeerd.Zorg dat de rapportering over de ontvangen klachten door de handhavingsautoriteit wordtuitgesplitst naar land van herkomst.Streef een tijdige omzetting en inwerkingtreding na.In verband met de omzetgrens van 350 miljoen formuleert Unizo een minderheidsstandpunt datgeduid wordt in het advies.5

Oneerlijke handelspraktijken aanpakken voor een betere werking van demarkten van primaire producenten in de land- en tuinbouw, visserij enaquacultuurSituering1Algemene beleidscontextDe Europese richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen inde landbouw- en voedselvoorzieningsketen2 vloeit rechtstreeks voort uit de Europese TaskforceLandbouwmarkten onder leiding van Cees Veerman.3 Deze taskforce had tot doel na te gaan hoede positie van landbouwers in de voedselvoorzieningsketen kan worden versterkt. Detoenemende integratie van de Europese agrovoedingssector op de wereldmarkten heeftweliswaar belangrijke handelsmogelijkheden gecreëerd, maar heeft eveneens geleid tot eengrotere kwetsbaarheid voor marktverstoringen en een grotere prijsvolatiliteit.4 Daarenboven stelthet rapport vast dat de handelspartners van land- en tuinbouwers zowel stroomopwaarts(meststoffen, gewasbescherming, zaden) als stroomafwaarts (verwerking, retail) in sterke entoenemende mate geconcentreerd zijn. Hierdoor is de onderhandelingsmacht sterk verschoventen nadele van de primaire producenten.5 De kwetsbare onderhandelingspositie van de land- entuinbouwer in de keten hindert in vele gevallen een eerlijke inkomensvorming vanwege deonevenwichtige verdeling van risico’s, kosten en baten doorheen de ganse keten (cf. figuur overde concentratie in de voedselketen in LARA 2016).6 Op niveau van België moeten de landbouwen voedingsproducten van 36.000 landbouwers, 65 visserijbedrijven en 7.500 voedingsbedrijven,waarvan 99% KMO’s zijn, via slechts 7 inkoopkantoren en 13 supermarktketens hun weg vindennaar 5 miljoen huishoudens en 11,5 miljoen consumenten (i.e. zandlopermodel).72Richtlijn (EU) 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijkehandelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen, T/PDF/?uri CELEX:32019L0633&from EL.3Europese Commissie, De taskforce landbouwmarkten, skforce nl, website geraadpleegd op 29 april 2021.4Report of the Agricultural Markets Task Force, Improving market outcomes. Enhancing the position of farmersin the supply chain, Brussel, 2016, ving-markets-outcomes en.pdf. Zie ook SALV, Advies. BVRMarkt- en prijstransparantie. Eén van de paden naar een betere werking van land- en tuinbouwmarkten,Brussel, enten/SALV 20201218 ADV Markt en Prijstransparantie.pdf, p.6.5Report of the Agricultural Markets Task Force, Improving market outcomes. Enhancing the position of farmersin the supply chain, Brussel, 2016, ving-markets-outcomes en.pdf, p. 11-12; voor Vlaanderen, ziePlatteau, J., D. Van Gijseghem, T. Van Bogaert en A. Vuylsteke (reds.), Voedsel om over na te denken,Landbouw- en Visserijrapport 2016, Departement Landbouw en Visserij, Brussel, attachments/lara2016 digi.pdf, p. 88-91.6SALV, Kennisnota. Verdienmodellen in de land- en tuinbouw. Een reflectiekader rond structuren enbedrijfsoriëntaties, Brussel, enten/SALV 20200529 WCVDM KennisnotaVerdienmodellen def.pdf, p. 19; E. Verhaegen, “Structurele evolutie van de Belgische landbouw. Analyse-elementen op langetermijn”, Trefpunt Economie, 17, 2018, bijdrage 02.7Statbel, FOD Economie, cijfers 2019.6

Oneerlijke handelspraktijken aanpakken voor een betere werking van demarkten van primaire producenten in de land- en tuinbouw, visserij enaquacultuurHet eindverslag van de Taskforce Landbouwmarkten werd op 14 november 2016 gepresenteerden bevatte volgende beleidsaanbevelingen, die de Europese Commissie meegenomen heeft inhaar beleidsagenda via de zogenaamde ‘Omnibusverordening’:8Verdere wijzigingen van de mededingingsregels om landbouwers te laten samenwerken inproducentenorganisaties, alsook een stimulans tot verticale samenwerking via verenigingin brancheorganisatiesBestrijding van informatieasymmetrie voor eerlijkere markten via grotere markt- enprijstransparantieDe positie van landbouwers in de voedselvoorzieningsketen versterken door een verbod inte stellen op oneerlijke handelspraktijken.8Europese Commissie, De taskforce landbouwmarkten, skforce nl, website geraadpleegd op 29 april 2021; zie uitgebreidere toelichting bij elk van de drie pijlers inSALV, Advies. BVR Markt- en prijstransparantie. Eén van de paden naar een betere werking van land- entuinbouwmarkten, Brussel, enten/SALV 20201218 ADV Markt en Prijstransparantie.pdf, p.6-8; Verordening (EU) 2017/2393 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2017(Omnibus), i CELEX%3A32017R2393.7

Oneerlijke handelspraktijken aanpakken voor een betere werking van demarkten van primaire producenten in de land- en tuinbouw, visserij enaquacultuurFiguur 1. Concentratie in de voedselketen, Vlaanderen 2014. Bron: LARA 2016 op basis van gegevens op Vlaamsniveau van de FOD Economie, Algemene Directie Statistiek.2Richtlijn oneerlijke handelspraktijkenDe Europese Commissie definieert oneerlijke handelspraktijken (unfair trading practices of UTP)als betrekkingen tussen bedrijven die afwijken van goed handelsgedrag, die in strijd zijn met debeginselen van goede trouw en eerlijke behandeling, die door één handelspartner eenzijdigworden opgelegd aan een andere handelspartner en die leiden tot een verstoring in heteconomisch gedrag. De voedselvoorzieningsketen is kwetsbaar voor oneerlijke handelspraktijkenomwille van de grote onevenwichtigheden tussen kleine en grote marktdeelnemers. Landbouwersen kleine bedrijven beschikken vaak niet over voldoende onderhandelingsmacht om zichdaartegen te verdedigen.9 Deze vaststelling zette de Europese Commissie aan tot het verhogenvan de mate van bescherming van primaire producenten, maar ook van kleine en middelgroteketenspelers. Hiermee zorgt de Europese Unie voor een mijlpaal: daar waar de beschermingtegen oneerlijke handelspraktijken eertijds vooral gericht was op de relatie tussen bedrijven enconsumenten (B2C), pakt de richtlijn oneerlijke relaties tussen ondernemingen (B2B) aan, meerspecifiek in de voedselvoorzieningsketen. De Europese Unie heeft op 30 april 2019 debetreffende richtlijn rond oneerlijke handelspraktijken aangenomen die vijftien concrete van zulkepraktijken bant (cf. infra). Deze verboden praktijken worden onderverdeeld in een zwarte lijst eneen grijze lijst van handelsprakijken: waar de eerstgenoemde praktijken onder alleomstandigheden verboden zijn, zijn de laatstgenoemde praktijken mogelijk indien alle betrokkenpartijen op voorhand en op een heldere en ondubbelzinnige wijze akkoord gaan in deleveringsovereenkomst of in een daaropvolgende overeenkomst tussen de leverancier en deafnemer.10 De richtlijn heeft betrekking op de handelsrelaties in landbouw- en voedingsproducten,die als volgt worden gedefinieerd: “de producten die zijn vermeld in bijlage I bij het Verdragbetreffende de werking van de EU (VWEU), alsmede producten die niet in die bijlage zijn vermeldmaar op basis van in die bijlage vermelde producten zijn verwerkt voor gebruik alslevensmiddel.”11 Dit maakt dat volgende handelsrelaties buiten beschouwing blijven:Leveranciers die geen bijlage I-producten maar verwerkte producten leveren waarvan bijlevering reeds duidelijk is dat ze een toepassing als feed (dierenvoeding) zullen kennen.Land- en tuinbouwers en (kleine) marktdeelnemers die leveringscontracten sluiten voor deaankoop van inputs (veevoeder, meststoffen, gewasbescherming, ingrediënten, ).9Europese Commissie, Oneerlijke handelspraktijken in de voedselketen. De EU versterkt de positie vanlandbouwers in de voedselvoorzieningsketen door oneerlijke handelspraktijken aan te ractices nl, website geraadpleegd op 8 december 2020; Richtlijn (EU)2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijke handelspraktijken in derelaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen, 2019, ?uri CELEX:32019L0633&from EL, artikel 1.10Richtlijn (EU) 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijkehandelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen, T/PDF/?uri CELEX:32019L0633&from EL, artikel 3, lid 1 (zwartelijst), lid 2 (grijze lijst).11Ibidem, artikel 2.8

Oneerlijke handelspraktijken aanpakken voor een betere werking van demarkten van primaire producenten in de land- en tuinbouw, visserij enaquacultuur2.1DoelstellingDe richtlijn stelt tot doel zwakkere aanbieders te beschermen tegen sterkere afnemers. Tot dezezwakkere aanbieders of leveranciers behoren in eerste instantie landbouwers en hun organisaties(bv. coöperaties, producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties), maar ookleveranciers van agrovoedingsproducten verderop in de keten, zoals KMO’s. De richtlijnbeschermt deze groepen ongeacht of zij binnen of buiten de EU gevestigd zijn tegen grotereafnemers of groepen van afnemers ongeacht of zij binnen of buiten de EU gevestigd zijn, waarbijminstens één van de betrokken partijen binnen de EU gevestigd is. De richtlijn spitst zich toe ophet B2B-niveau.122.2Uitgangspunt: stapsgewijze aanpakDrempelwaardes voor de omvang van de omzet (zie figuur) reflecteren volgens de EU demarktmacht en dito onderhandelingspositie van leveranciers en afnemers. De stapsgewijzebenadering beschermt leveranciers tegen oneerlijke handelspraktijken die door economischkrachtdadigere afnemers worden opgelegd. Zo worden primaire producenten en KMO’s (en hunverenigingen) met minder dan 2 miljoen omzet beschermd tegen afnemers met een omzetgroter dan 2 miljoen, terwijl primaire producenten en KMO’s (en hun verenigingen) met eenomzet tussen 2 miljoen en 10 miljoen beschermd worden tegenover afnemers met een omzetgroter dan 10 miljoen. Leveranciers met een omzet groter dan 350 miljoen worden geacht zelfevenwichtige contracten te kunnen afsluiten of dienen zich te beroepen op eventuele wetgevendebescherming op lidstaatniveau.12Ibidem, artikel 1 voor het toepassingsgebied: lid 2. Deze richtlijn is van toepassing op verkopen waarbij deleverancier of de afnemer, of beiden, in de Unie zijn gevestigd; artikel 2 voor definities: leverancier: eenlandbouwproducent of een natuurlijke of rechtspersoon, ongeacht hun plaats van vestiging, die landbouw- envoedingsproducten verkoopt; de term "leverancier" kan een groepering van dergelijke landbouwproducenten ofeen groepering van dergelijke natuurlijke personen en rechtspersonen omvatten, zoals producentenorganisaties, leveranciersorganisaties en verenigingen van dergelijke organisatie; afnemer: een natuurlijke persoonof rechtspersoon, ongeacht de plaats van vestiging van die persoon, of een overheidsinstantie in de Unie, dielandbouw- en voedingsproducten koopt; de term "afnemer" kan een groepering van die natuurlijke ofrechtspersonen omvatten. Zie ook overwegende (10): de bescherming geldt met inbegrip van al dan nieterkende producentenorganisaties en al dan niet erkende verenigingen van producentenorganisaties,naargelang van hun relatieve onderhandelingspositie.9

Oneerlijke handelspraktijken aanpakken voor een betere werking van demarkten van primaire producenten in de land- en tuinbouw, visserij enaquacultuurFiguur 2. Drempelwaardes. Bron: Europese Commissie, The directive on unfair trading practices in the agriculturaland food supply chain, Europese Unie, 2019, -farmingfisheries/key policies/documents/brochure-utp-directive en.pdf.2.3Verboden praktijkenVolgende oneerlijke handelspraktijken worden door de richtlijn verboden:Zwarte lijst van handelspraktijken (onder alle omstandigheden verboden):13a) Betalingstermijnen die een periode overschrijden van 30 dagen na levering vanbederfbare landbouw- en voedingsproducten en 60 dagen na levering van anderelandbouw- en voedingsproducten;b) Annulering van bestellingen van bederfelijke landbouw- en voedingsproducten op zodanigkorte termijn dat niet kan verwacht worden dat de leverancier nog een alternatieve afzetkan vinden;c) Eenzijdige wijziging van de voorwaarden van een leveringsovereenkomst door deafnemer;d) De afnemer verlangt betalingen van de leverancier die geen verband houden met deverkoop van de landbouw- en voedingsproducten van de leverancier;e) De afnemer verlangt van de leverancier dat hij betaalt voor het bederf en/of verlies vanlandbouw- en voedingsproducten dat zich voordoet bij de afnemer en dat niet aannalatigheid of verzuim van de leverancier toe te schrijven is;f) De afnemer weigert om de voorwaarden van een leveringsovereenkomst tussen afnemeren leverancier schriftelijk te bevestigen, ondanks rekwest daartoe vanwege deleverancier;g) De afnemer verkrijgt, gebruikt of maakt bedrijfsgeheimen van de leverancier kenbaar oponrechtmatige wijze;13Ibidem, artikel 3, lid 1.10

Oneerlijke handelspraktijken aanpakken voor een betere werking van demarkten van primaire producenten in de land- en tuinbouw, visserij enaquacultuurh) De afnemer dreigt met of gaat over tot commerciële vergeldingsmaatregelen tegen deleverancier indien de leverancier zijn contractuele of wettelijke rechten uitoefent (metinbegrip van de indiening van een klacht bij of samenwerking met dehandhavingsautoriteiten);i) De afnemer verlangt van de leverancier een vergoeding voor de kosten die gepaard gaanmet het onderzoeken van klachten van klanten in verband met de verkoop van deproducten van de leverancier, ondanks de afwezigheid van nalatigheid of schuld van deleverancier.Grijze lijst van handelspraktijken (enkel mogelijk indien alle betrokken partijen op voorhanden op een heldere en ondubbelzinnige wijze akkoord gaan):14a) De afnemer retourneert onverkochte landbouw- en voedingsproducten aan de leverancierzonder betaling voor die onverkochte producten en/of voor de verwijdering ervan;b) Van de leverancier een vergoeding vragen voor de opslag, de uitstalling of de opname inhet assortiment van zijn landbouw- en voedingsproducten, of voor het op de marktaanbieden van dergelijke producten;c) De afnemer verlangt van de leverancier dat hij alle of een deel van de kosten draagt vankortingen voor landbouw- en voedingsproducten die in het kader van een promotieactiedoor de afnemer zijn verkocht;d) De afnemer verlangt van de leverancier dat hij betaalt voor het maken van reclame voorlandbouw- en voedingsproducten door de afnemer;e) De afnemer verlangt van de leverancier dat hij betaalt voor de marketing van landbouwen voedingsproducten door de afnemer;f) De afnemer verlangt van de leverancier dat hij personeel betaalt voor de inrichting van deruimten die voor de verkoop van de producten van de leverancier worden gebruikt.2.4Handhaving en implementatieLidstaten dienen één of meerdere handhavingsautoriteiten te voorzien die de implementatie vande voorgestelde bepalingen garandeert. Deze autoriteit(en) kan op eigen initiatief of op basis vaneen (anonieme) klacht een onderzoek instellen, kan leveranciers en afnemers verplichten denoodzakelijke informatie te verstrekken om een onderzoek te voeren, kan overgaan totonaangekondigde inspecties, heeft de bevoegdheid om oneerlijke handelspraktijken te doenbeëindigen, kan beboeten en bestraffen en maakt haar besluiten publiek kenbaar (i.e. kans opimagoschade voor de betreffende inbreukpleger via deze ‘name and shame’).15 Verder moetentoegankelijkheid van deze autoriteit(en) en grensoverschrijdende samenwerking en uitwisselingtussen de autoriteiten in de verschillende lidstaten en met de Europese Commissie dehandhaving van de richtlijn versterken.16Leveranciers (of hun verenigingen) kunnen een klacht indienen bij de handhavingsautoriteit vande lidstaat waar de leverancier gevestigd is of in de lidstaat waar de afnemer gevestigd is van wievermoed wordt zich schuldig te maken aan een verboden handelspraktijk. Indien de leverancier-14Ibidem, artikel 3, lid 2.15Ibidem, artikel 4 en 6.16Ibidem, artikel 8.11

Oneerlijke handelspraktijken aanpakken voor een betere werking van demarkten van primaire producenten in de land- en tuinbouw, visserij enaquacultuurklager daarom verzoekt, treft de handhavingsautoriteit maatregelen om een passendebescherming te bieden van de identiteit van de leverancier-klager.17De lidstaten kregen twee jaar de tijd om de richtlijn in nationale wetgeving om te zetten.Daaropvolgend dient de richtlijn binnen de zes maanden van kracht te zijn. Na nog eens zesmaanden moeten alle bestaande contracten op dat moment volledig binnen de voorwaarden vande richtlijn en de eronder ressorterende nationale wetgeving opgesteld worden. Tot slotweerhoudt de afzonderlijke lidstaten niets ervan om bij de implementatie van de richtlijn verder tegaan dat wat de richtlijn als minimum voorschrijft.183Voorwerp van advies: omzetting richtlijn in hetBelgisch Wetboek van Economisch RechtBij de totstandkoming van voorliggend advies waren nog geen ontwerpteksten beschikbaar vande integratie van de richtlijn rond oneerlijke handelspraktijken in het Belgische Wetboek vanEconomisch Recht. De voorstellen lagen op dit moment nog ter bespreking in de WerkgroepenBeleidscoördinatie19. De informatie zoals in dit luik van de situering omschreven, is gebaseerd opde toelichting van de FOD Economie voor de werkcommissie Verdienmodellen van de SALV op27 april 2021.De richtlijn oneerlijke handelspraktijken zal worden opgenomen in de recente B2B-bepalingenvan het Wetboek van Economisch Recht.20 Op 14 maart 2019 stemde het federale parlementimmers wetsbepalingen die bedrijven aanpakken die misbruik maken van het feit dat hunleveranciers of klanten in een situatie van economische afhankelijkheid zitten tegenover hen.Deze aanvulling van het Wetboek van Economisch Recht met deze B2B-bepalingen (wet van4april 2019) zorgde daarmee reeds tot een uitbreiding van de bevoegdheden van de BelgischeMededingingsautoriteit. Daar waar deze bepalingen inzake oneerlijke, misleidende en agressievemarktpraktijken tussen ondernemingen op alle economische sectoren betrekking hebben, slaatde inpassing van de richtlijn rond oneerlijke handelspraktijken in het bijzonder op de landbouwen voedselvoorzieningsketen.De mondelinge toelichting vanuit de FOD Economie aan de SALV vermeldde dat uitgegaan wordtvan een getrouwe omzetting van de richtlijn rond oneerlijke handelspraktijken in het Wetboekvan Economisch Recht. Er wordt echter wel gekozen voor een ruimer toepassingsgebied opeen aantal vlakken:Zo wordt er geen onderscheid gemaakt tussen bederfelijke landbouw- envoedingsproducten en andere landbouw- en voedingsproducten (cf. supra). Dit maakt17Ibidem, artikel 5.18Europese Commissie, The directive on unfair trading practices in the agricultural and food supply chain,Europese Unie, 2019, -farmingfisheries/key policies/documents/brochure-utp-directive en.pdf.19i.e. vroegere interkabinettenwerkgroepen of IKW’s,https://www.belgium.be/nl/over belgie/overheid/federale overheid/federale regering/beleidsorganen regeringsleden.20Wetboek van Economisch Recht, Boek VI, Titel 3/1 en Titel 4, Hoofdstuk 2,http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi loi/loi a1.pl?language nl&la N&cn 2013022819&table name wet&caller list&N &fromtab wet&tri dd%20AS%20RANK&rech 1&numero 1&sql %28text%20contains%20%28%27%27%29%29#LNK0117.12

Oneerlijke handelspraktijken aanpakken voor een betere werking van demarkten van primaire producenten in de land- en tuinbouw, visserij enaquacultuurdat betalingstermijnen die een periode overschrijden van 30 dagen na levering vanlandbouw- en voedingsproducten in het algemeen verboden praktijk worden (mits enkelespecifieke uitzonderingen).21Wanneer bij verkoop niet duidelijk is of het product voor humane dan wel dierlijke consumptiebestemd is, zullen de bepalingen van de richtlijn evengoed via het Wetboek van EconomischRecht van kracht zijn (dus als de uiteindelijke eindbestemming zowel food als feed blijkt,geldt bescherming via de betreffende bepalingen). Hiermee voo

Advies verleend aan: Hilde Crevits - Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw; Jan Jambon - Minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, ICT

Related Documents:

Verzoek om advies voor afgifte mvv Voordat u een aanvraag voor een mvv indient, kan uw verblijfgever advies vragen bij de IND over het afgeven van de mvv. Als de IND een positief advies uitbrengt, weet u dat uw aanvraag een goede kans van slagen heeft. In hoofd stuk 4 kunt u meer over deze procedure lezen. Aanvragen verblijfsvergunning

Jaarverslag Raad van Advies Aruba 2012 3 1. Thema: Op weg naar een algemene regeling inzake bestuurlijk toezicht en handhaving in Aruba I. Inleiding In recente jaren heeft de Raad van Advies meerdere ontwerp-landsverordeningen ter advisering voorgelegd gekregen waarin bestuurlijke handhavingsbepalingen waren opgenomen. Zo heeft de

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de tenuitvoerlegging van de EU- . Advies over EU-maatregelen om de naleving van de milieuwetgeving en milieugovernance te verbeteren (PB C 283 van 10.8.2018, . hebben op toezicht of handhaving op EU-niveau door de Europese Commissie in haar hoedanigheid van „hoedster van het

POWDER WITHOUT ADDED CREATINE, NITRO GAIN LACTOSE OR SOY. Flavors: strawberry, vanilla-cinnamon, chocolate-coconut Directions: Mix 30 g of protein with 250 ml water or skimmed milk. Package amount: 30 g (1 serv.), 500 g (16 serv.) 1816 g (60 serv.) BEEF PROTEIN 25 g protein - 4.5 g BCAA - 10 g essential amino acid - 8 g conditionally

PROCEDURE VERGUNNINGSAANVRAAG TIJDSCHEMA D- 14 weken : aanvraag organisator D- 12 weken : aanvraag toelating door de referentieburg. aan wegbeheerder voor gebruik gewestwegen en advies aan de prov. commissie voor dringende geneesk. hulpverlening D- 8 weken : antwoord van de betrokken wegbeheerder tot gebruik van gewestwegen aan de betrokken burgemeesters en advies

Artikel 11 (Niet) opvolgen van advies Het college kan afwijken van het advies van de toezichthouder. Hoofdstuk 4 Preventieve handelingen Artikel 12 Preventieve handelingen 1. Het college kan preventief een last onder dwangsom opleggen, indien een overtreding klaarblijkelijk dreigt. Dit moet blijken uit de feiten en omstandigheden van het geval. 2.

2 Belang van naleving verkeersregels en handhaving 4 3.1 Verschil in afdoening onder de Wahv ten opzichte van het strafrecht 5 3.2 Advies omtrent wijzigingen tarievenhuis 6 3.2.1 9HUODJLQJERHWHµNOHLQH¶YHUNHHUVRYHUWUHGLQJHQ 6 3.2.2 Extra rubriek potentieel gevaarzettende gedragingen 7

and more importantly out of the tank while the pump is running. This constant flushing ensures that the water in the tank remains fresh and eliminates the risk of stagnant water during normal system operation. See fig 2. GT-C, composite tank The GT-C pressure tank is a lightweight pressure tank. The diaphragm is a chlorine-resistant 100 % butyl