De Rol Van ICT In Het Kleuteronderwijs - Universiteit Gent

1y ago
1 Views
1 Downloads
2.96 MB
114 Pages
Last View : 5m ago
Last Download : 3m ago
Upload by : Braxton Mach
Transcription

UNIVERSITEIT GENTFACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPENAcademiejaar 2011-20121e examenperiodeDe rol van ICT in hetkleuteronderwijsEen exploratieve studie naar ICT-gebruik inhet kleuteronderwijs en factoren die ditgebruik beïnvloeden.STEPHANIE KERCKAERTMasterproef ingediend tot het behalen van de graad van master in depedagogische wetenschappen, afstudeerrichting pedagogiek en onderwijskundePromotor: Prof. Dr. Johan van BraakBegeleider: Dr. Ruben Vanderlinde

VoorwoordIn deze masterproef wordt ingegaan op de rol van ICT in het kleuteronderwijs en de factoren die hetgebruik van ICT in de kleuterklas beïnvloeden. De keuze voor dit onderwerp vloeit voort uit tweeinteresses die ontstaan zijn vanuit de opleiding Pedagogische Wetenschappen. Ten eerste heeft hetopleidingsonderdeel ‘Onderwijspedagogische praktijk’ mijn interesse aangewakkerd voor hetkleuteronderwijs. Binnen het vak ‘Curriculumontwikkeling’ kwam ik dan weer voor het eerst incontact met het idee dat opvattingen van leraren een belangrijke invloed uitoefenen op de praktijk.De opleiding Pedagogische Wetenschappen heeft mij alleszins geleerd kritisch te kijken naar hetonderwijs en haar instrumenten. Zelf had ik na het volgen van het opleidingsonderdeel‘Kleuteropvoeding’ zeker geen neutrale opvatting met betrekking tot het idee van ICT in dekleuterklas. Het vele lezen in het kader van mijn masterproef heeft ondertussen mijn ogen geopendvoor de uiteenlopende mogelijkheden van ICT, ook voor kleuters. Voor mezelf vind ik het belangrijkeen onderbouwde mening hierover te kunnen opbouwen. Deze masterproef heeft reeds totinteressante gesprekken geleid. Het doet mij persoonlijk veel plezier dat ik het gesprek kan aangaanmet goede argumenten en kennis van zaken.Het schrijven van deze masterproef was een langdurig proces dat ik met veel enthousiasmedoorlopen heb. Mezelf inwerken in een nieuw thema, statistische methodes in echt onderzoektoepassen, bevredigende resultaten bekomen en zoeken naar goede manieren om deze resultatenop basis van de literatuur te bespreken, zijn stuk voor stuk zaken die mij het voorbije jaar veel plezierdeden. Uiteraard zijn een aantal woorden van dank hier op zijn plaats. Dit proces had namelijk nooitzo vlot kunnen verlopen zonder de deskundige begeleiding van dr. Ruben Vanderlinde, die mij bijelke stap heeft ondersteund, mijn talrijke vragen geduldig heeft beantwoord en er ook voor heeftgezorgd dat het opzet van dit onderzoek realistisch bleef. Ik bedank ook prof. dr. Johan van Braakvoor het toewijzen van een begeleider en voor het vertrouwen in de goede afloop. Verder kan ik ookniet anders dan de vrienden te bedanken die van dit jaar een geweldig laatste jaar gemaakt hebbenen voor de nodige ontspanning gezorgd hebben.Bij deze wens ik u veel leesplezier. Hopelijk heeft u even veel plezier tijdens het lezen van dezemasterproef als ik had tijden het maken ervan.Stephanie KerckaertMei 2012i

AbstractICT-gebruik door kleuters in de klas is onderzoeksmatig en maatschappelijk gezien een actuelekwestie. Wat kleuteronderwijzers hier zelf over denken, in welke mate ze reeds ICT gebruiken endoor welke variabelen dit ICT-gebruik beïnvloed wordt, is echter zelden het onderwerp vansystematische studie. Aan de hand van een vragenlijstonderzoek wordt in deze masterproefgeprobeerd een antwoord te formuleren op deze onderzoeksvragen. De factoranalyse wijstvooreerst op een onderscheid tussen twee soorten ICT-gebruik: ‘ICT-gebruik ter ondersteuning vanbasisvaardigheden en –houdingen ten aanzien van ICT’ en ‘ICT-gebruik ter ondersteuning vaninhouden en individuele leernoden’. Ook binnen de opvattingen over de mogelijkheden van ICT inhet kleuteronderwijs kunnen verschillende constructen onderscheiden worden. Vervolgens wordtduidelijk dat leraren in dit onderzoek vrij positieve opvattingen hebben over de mogelijkheden vanICT in de kleuterklas en dat de eerste vorm van ICT-gebruik meer voorkomt dan de laatstgenoemde.Bovendien nemen beide vormen van gebruik toe naarmate de kleuters ouder zijn. Ten slotte blijkt‘ICT-gebruik ter ondersteuning van basisvaardigheden en –houdingen’ beïnvloed te worden door deinschatting van de eigen ICT-competentie door leraren en het aantal jaar dat men al ervaring heeftmet de computer op school. ‘ICT-gebruik ter ondersteuning van inhouden en individuele leernoden’hangt samen met de ICT-competentie van de leraar, maar ook met de professionalisering van deleraar met betrekking tot ICT en de opvattingen van de leraar over de mogelijkheden van ICT. Hieruitblijkt dat professionalisering van leraren een cruciale variabele is in het stimuleren van ICT-gebruikdat verder gaat dan het aanleren van basisvaardigheden en –houdingen.ii

InhoudstafelVoorwoord . iAbstract .iiInhoudstafel .iiiLijst van figuren en tabellen . viInleiding en probleemstelling. 1Theoretisch kader en literatuurstudie . 31.2.3.ICT in het onderwijs . 31.1.Waarom? . 31.2.Wat is ICT? . 6ICT in het kleuteronderwijs . 82.1.Voor- en tegenstanders . 82.2.De mogelijkheden van ICT in het kleuteronderwijs . 102.3.Het belang van ‘developmental appropriateness’ . 132.4.De rol van de leraar . 14ICT-gebruik en beïnvloedende factoren . 163.1.Identificatie van variabelen . 173.2.Huidig model . 183.2.1.Ervaring met ICT . 193.2.2.Professionele ontwikkeling met betrekking tot ICT . 203.2.3.ICT-competentie . 203.2.4.Opvattingen over de mogelijkheden van ICT in de klas . 223.2.5.Innovativiteit . 233.2.6.Teacher self-efficacy . 243.2.7.Onderwijsopvattingen . 253.2.8.ICT-gebruik. 27iii

4.De situatie in Vlaanderen . 284.1.Nieuwe ICT-eindtermen . 284.2. En het kleuteronderwijs? . 31Onderzoeksvragen . 33Methode. 351.Participanten . 352.Onderzoeksopzet. 353.Instrumenten . 364.Analyse . 37Resultaten . 421.Schaalconstructie . 421.1.ICT-gebruik in de kleuterklas . 421.2.Opvattingen over de mogelijkheden van ICT in de kleuterklas. 431.2.1.Mogelijkheden voor kleuters . 441.2.2.Mogelijkheden voor leraren . 451.3.2.Onderwijsopvattingen . 45Beschrijvende resultaten . 482.1.ICT-gebruik in de kleuterklas . 502.1.1.ICTICT-gebruik ter ondersteuning van basisvaardigheden en –houdingen ten aanzien van. 502.1.2.ICT-gebruik ter ondersteuning van inhouden en individuele noden . 512.1.3.ICT-gebruik in de kleuterklas over de verschillende leerjaren heen . 522.2.Opvattingen over de mogelijkheden van ICT in de kleuterklas. 532.2.1.Mogelijkheden van ICT om kleuters basisvaardigheden en –houdingen aan te leren . 532.2.2.Mogelijkheden van ICT om kleuters te ondersteunen in hun ontwikkeling enleerproces . 542.2.3.ivMogelijkheden van ICT voor leraren in het kleuteronderwijs . 55

2.2.4.Opvattingen over de mogelijkheden van ICT in de kleuterklas over de verschillendeleerjaren heen . 563.Verklarende analyses: hiërarchische regressieanalyse . 583.1.ICT-gebruik ter ondersteuning van basisvaardigheden en –houdingen ten aanzien vanICT. 583.2.ICT-gebruik ter ondersteuning van inhouden en individuele leernoden . 60Discussie en conclusie. 631.Algemene onderwijsopvattingen in het kleuteronderwijs . 632.ICT-gebruik in het kleuteronderwijs . 643.4.2.1.Soorten ICT-gebruik en opvattingen in het kleuteronderwijs . 642.2.Mate van ICT-gebruik in het kleuteronderwijs. 662.3.ICT-gebruik en opvattingen in de verschillende leerjaren . 67Beïnvloedende factoren . 683.1.Algemene leraarkenmerken . 693.2.ICT-gerelateerde leraarkenmerken . 703.3.Opvattingen over de mogelijkheden van ICT in de kleuterklas. 72Conclusie . 73Bibliografie . 77Appendices. 84Appendix 1: Gevalideerde schalen . 84Appendix 2: Scheefheid en gepiektheid . 86Appendix 3: Frequentieverdelingen . 90Appendix 4: Assumpties . 98v

Lijst van figuren en tabellenFigurenFiguur 1: Onderzoeksvariabelen28Figuur 2: Onderzoeksmodel en onderzoeksvragen34Figuur 3: Onderzoeksmodel, aangepast op basis van de factoranalyses47Figuur 4: Frequentieverdeling voor het item ‘In mijn klas leer ik mijn kleuters51basisvaardigheden aan om met ICT te werken.’Figuur 5: Frequentieverdeling voor het item ‘Ik leer kleuters een positieve houding ten51aanzien van ICT.’Figuur 6: Frequentieverdeling voor het item ‘Ik gebruik ICT met de kleuters om bepaalde52onderwerpen te illustreren.’Figuur 7: Frequentieverdeling voor het item ‘Ik gebruik ICT tijdens instructiemomenten.’52Figuur 8: Verschil in ICT-gebruik in de eerste, tweede en derde kleuterklas53Figuur 9: Frequentieverdeling voor het item ‘Kleuters kunnen ICT-basisvaardigheden leren54wanneer ICT wordt gebruikt in de kleuterklas.’Figuur 10: Frequentieverdeling voor het item ‘Kleuters kunnen een positieve attitude ten54aanzien van ICT ontwikkelen wanneer ICT wordt gebruikt in de kleuterklas.’Figuur 11: Frequentieverdeling voor het item ‘Het gebruik van ICT in het kleuteronderwijs55biedt de mogelijkheden om het leren van kleuters te ondersteunen.’Figuur 12: Frequentieverdeling voor het item ‘Het gebruik van ICT in het kleuteronderwijs55verhoogt de creativiteit van kleuters.’Figuur 13: Frequentieverdeling voor het item ‘Dankzij ICT kan ik sommige zaken beter56uitleggen of illustreren aan kleuters.’Figuur 14: Frequentieverdeling voor het item ‘Dankzij ICT kan ik gerichter feedback geven56aan kleuters.’Figuur 15: Verschil in opvattingen over de mogelijkheden van ICT volgens leerjaar57Figuur 16: Frequentieverdeling voor het item ‘Ik leer mijn kleuters om op een veilige en90verantwoorde manier om te gaan met ICT.’Figuur 17: Frequentieverdeling voor het item ‘Ik leer kleuters de computer en bijhorende90randapparatuur te gebruiken.’Figuur 18: Frequentieverdeling voor het item 'In mijn klas leer ik mijn kleuters90basisvaardigheden aan om met ICT te werken.'Figuur 19: Frequentieverdeling voor het item 'In mijn klas gebruiken kleuters ICT omvi90

spelletjes te spelen.'Figuur 20: Frequentieverdeling voor het item 'Ik leer kleuters een positieve houding ten91aanzien van ICT.'Figuur 21: Frequentieverdeling voor het item 'Ik gebruik ICT met de kleuters om bepaalde91onderwerpen te illustreren.'Figuur 22: Frequentieverdeling voor het item 'Ik gebruik ICT tijdens instructiemomenten.'91Figuur 23: Frequentieverdeling voor het item 'In mijn klas gebruiken kleuters met92leermoeilijkheden voor hen aangepaste software/websites.’Figuur 24: Frequentieverdeling voor het item 'Ik schakel ICT in voor remediërende92opdrachten voor de kleuters.'Figuur 25: Frequentieverdeling voor het item 'In mijn klas gebruik ik educatieve websites92om bepaalde leerstof aan mijn kleuters aan te brengen.’Figuur 26: Frequentieverdeling voor het item 'Mijn kleuters leren ICT kennen doordat ik hen92digitale verhalen aanbied.’Figuur 27: Frequentieverdeling voor het item 'Kleuters kunnen ICT-basisvaardigheden (bv.93muisklik) leren wanneer ICT wordt gebruikt in de kleuterklas.'Figuur 28: Frequentieverdeling voor het item 'Kleuters kunnen een positieve attitude ten93aanzien van ICT ontwikkelen wanneer ICT wordt gebruikt in de kleuterklas.'Figuur 29: Frequentieverdeling voor het item 'Kleuters leren de nieuwe media kennen93wanneer ICT wordt gebruikt in de kleuterklas.'Figuur 30: Frequentieverdeling voor het item 'Het gebruik van ICT in het kleuteronderwijs94biedt mogelijkheden om het leren van kleuters te ondersteunen.'Figuur 31: Frequentieverdeling voor het item 'Het gebruik van ICT in het kleuteronderwijs94verhoogt de motivatie van kleuters.'Figuur 32: Frequentieverdeling voor het item 'Kleuters met leermoeilijkheden kunnen veel94voordelen halen uit de didactische mogelijkheden die ICT biedt.’Figuur 33: Frequentieverdeling voor het item 'Het gebruik van ICT in het kleuteronderwijs94bevordert de actieve participatie van kleuters in het leerproces.'Figuur 34: Frequentieverdeling voor het item 'Het gebruik van ICT in het kleuteronderwijs95biedt mogelijkheden om de algemene ontwikkeling van kleuters te ondersteunen.'Figuur 35: Frequentieverdeling voor het item 'Het gebruik van ICT in het kleuteronderwijs95verhoogt de creativiteit van kleuters.'Figuur 36: Frequentieverdeling voor het item 'Dankzij ICT kan ik het leerproces van kleuters95beter ondersteunen.'vii

Figuur 37: Frequentieverdeling voor het item 'Dankzij ICT kan ik beter remediëren in de95kleuterklas.'Figuur 38: Frequentieverdeling voor het item 'Dankzij ICT kan ik sommige zaken beter96uitleggen of illustreren aan kleuters.'Figuur 39:Frequentieverdeling voor het item 'Dankzij ICT kan ik beter differentiëren in de96kleuterklas.'Figuur 40: Frequentieverdeling voor het item 'Dankzij ICT kan ik informatievaardigheden96aanleren aan kleuters.'Figuur 41: Frequentieverdeling voor het item 'Dankzij ICT kan ik het ontwikkelingsproces96van kleuters beter ondersteunen.'Figuur 42: Frequentieverdeling voor het item 'Dankzij ICt kan ik kleuters op een meer97zelfstandigere manier aan het werk zetten.'Figuur 43: Frequentieverdeling voor het item 'Dankzij ICT kan ik gerichter feedback geven97aan kleuters.’Figuur 44: Frequentieverdeling voor het item 'Dankzij ICT kan ik kleuters beter groeperen.'97Figuur 45: Scatterplot voor 'Ervaring met de computer op school'98Figuur 46: Scatterplot voor 'Innovativiteit'98Figuur 47: Scatterplot voor 'Teacher self-efficacy'98Figuur 48: Histogram voor residuen van 'ICT-gebruik ter ondersteuning van99basisvaardigheden en -houdingen ten aanzien van ICT'Figuur 49: P-P plot voor residuen van 'ICT-gebruik ter ondersteuning van basisvaardigheden99en -houdingen ten aanzien van ICT'Figuur 50: Q-Q plot voor residuen van 'ICT-gebruik ter ondersteuning van basisvaardigheden99en -houdingen ten aanzien van ICT'Figuur 51: Scatterplot voor 'Ervaring met de computer op school'100Figuur 52: Scatterplot voor 'Teacher self-efficacy'100Figuur 53: Scatterplot voor 'Ervaring met de computer thuis'101Figuur 54: Scatterplot voor 'Innovativiteit'101Figuur 55: Histogram voor residuen van 'ICT-gebruik ter ondersteuning van inhouden en101individuele leernoden'Figuur 56: P-P plot voor residuen van 'ICT-gebruik ter ondersteuning van inhouden en101individuele leernoden'Figuur 57: Q-Q plot voor residuen van 'ICT-gebruik ter ondersteuning van inhouden enindividuele leernoden'viii102

TabellenTabel 1: Verwijderde items uit de vragenlijst ‘ICT-gebruik in het kleuteronderwijs’42Tabel 2: Factoranalyse op ‘ICT-gebruik in het kleuteronderwijs’43Tabel 3: Factoranalyse op ‘Mogelijkheden van ICT voor kleuters’44Tabel 4: Factoranalyse op ‘Mogelijkheden van ICT voor leraren in het kleuteronderwijs’45Tabel 5: Verwijderde items uit de vragenlijst ‘Onderwijsopvattingen’46Tabel 6: Factoranalyse op ‘Onderwijsopvattingen’46Tabel 7: Beschrijvende resultaten en interne consistentie voor de verschillende variabelen48Tabel 8: Correlatiematrix49Tabel 9: Gemiddeldes voor de items uit de schaal ‘ICT-gebruik ter ondersteuning van50basisvaardigheden en –houdingen ten aanzien van ICTTabel 10: Gemiddeldes voor de items uit de schaal ‘ICT-gebruik ter ondersteuning van51inhouden en individuele noden’Tabel 11: Gemiddelde scores voor ICT-gebruik over de leerjaren heen52Tabel 12: Gemiddeldes voor de items in de schaal ‘Mogelijkheden van ICT om kleuters54basisvaardigheden en houdingen aan te leren’Tabel 13: Gemiddeldes voor de items in de schaal ‘Mogelijkheden van ICT om kleuters te55ondersteunen in hun ontwikkeling en leerprocesTabel 14: Gemiddeldes voor de items uit de schaal ‘Mogelijkheden van ICT voor leraren in56het kleuteronderwijs’Tabel 15: Gemiddelde scores voor opvattingen over de mogelijkheden van ICT over de57leerjaren heenTabel 16: Hiërarchische regressie met ‘ICT-gebruik ter ondersteuning van basisvaardigheden59en –houdingen ten aanzien van ICT’ als afhankelijke variabeleTabel 17: Hiërarchische regressie met ‘ICT-gebruik ter ondersteuning van inhouden en61individuele leernoden’ als afhankelijke variabeleTabel 18: Scheefheid en gepiektheid van de items voor ‘ICT-gebruik in de kleuterklas’86Tabel 19: Scheefheid en gepiektheid van de items voor ‘Mogelijkheden van ICT voor87kleuters in het kleuteronderwijs’Tabel 20: Scheefheid en gepiektheid van de items voor ‘Mogelijkheden van ICT voor leraren87in het kleuteronderwijs’Tabel 21: Scheefheid en gepiektheid van de items voor ‘Onderwijsopvattingen’88ix

Inleiding en probleemstellingICT-gebruik door kleuters in de klas is momenteel een maatschappelijk relevante kwestie waar bijnaiedereen een mening over heeft. Sommige mensen zijn duidelijk voorstanders, anderen zijn erradicaal tegen (Bolstad, 2004; Cordes & Miller, 2000). Het is echter nodig de vraag te stellen welkestandpunten de kleuteronderwijzers in deze discussie opnemen. Terwijl zij voorlopig buiten beeldblijven binnen de discussies over de mogelijke rol van ICT in de kleuterklas, kan niet ontkend wordendat sommige leraren hier reeds mee aan de slag zijn gegaan (McKenney & Voogt, 2010). De Vlaamseeindtermen ICT gelden vanaf het lager onderwijs (Vandenbroucke, 2007), maar sommige leraren uithet kleuteronderwijs stellen de vraag of ook zij ondersteund kunnen worden bij de implementatievan ICT in hun onderwijs. Bovendien blijkt uit een recente masterproef dat kleuters vaak reeds thuisin contact komen met het internet (Teuwens, 2011). Hierin blijkt de leeftijd van het kind eenbelangrijke variabele te zijn. Hoe ouder de kleuter, hoe meer hij of zij reeds ervaring heeft met hetinternet (Teuwens, 2011). Ook de media besteedt aandacht aan ICT-gebruik in het kleuteronderwijs.Een illustratie hiervan is de recente reportage van Telefacts over iPads in de kleuterklas (Telefacts,2012). Over het ICT-gebruik in de kleuterklas is verder echter nog niet veel geweten. Hoewel reedseen aantal onderzoeken gepubliceerd zijn met betrekking tot ICT in de kleuterklas (Bolstad, 2004;Clements & Sarama, 2003; Cordes & Miller, 2000; Yelland, 2005; Van Scoter, Ellis, & Railsback, 2001;Siraj-Blatchford & Siraj-Blatchford, 2005; Plowman & Stephen, 2003), gaan deze publicaties eerder inop mogelijkheden en gevaren van ICT voor kleuters. Wat leraren hier zelf over denken, in welke mateze reeds ICT gebruiken en door welke variabelen dit ICT-gebruik wordt beïnvloed, is zelden hetonderwerp van een studie.Opvattingen van leraren worden voorlopig vooral onderzocht in het lager (o.a. Tondeur, Valcke, &van Braak, 2008; van Braak, Tondeur, & Valcke, 2004;) en secundair onderwijs (o.a. van Braak, 2001;Teo, Lee, & Chai, 2008). Ma, Andersson en Streith (2005) maken in hun onderzoek wel gebruik vanleraren in opleiding uit de verschillende onderwijsniveaus, maar maken geen onderscheid tussen deverschillende niveaus bij de data-analyse. Ook Antonietti en Giorgetti (2006) beschrijven eenonderzoek bij leraren uit het kleuter-, lager en secundair onderwijs. Zij besluiten dat de opvattingenvan kleuteronderwijzers verschillend zijn van opvattingen van andere leraren. Gialamas enNikolopoulou (2010) vergelijken de opvattingen met betrekking tot ICT van kleuteronderwijzers enkleuteronderwijzers in opleiding. Ze vinden dat leraren positievere opvattingen en intenties hebbenmet betrekking tot ICT, maar zich minder competent voelen dan de student-leraren. Tsitouridou enVryzas (2004) besluiten in hun onderzoek met Griekse kleuteronderwijzers dat positieve opvattingenten aanzien van ICT in het kleuteronderwijs samenhangen met het ICT-gebruik thuis, de ICT1

competentie en de deelname aan nascholingen met betrekking tot ICT in het onderwijs. Leraren metpositieve opvattingen erkennen de mogelijke educatieve voordelen, vinden dat computers bijdragentot de ontwikkeling van kinderen in het intellectuele, socio-emotionele, psycho-motorische enesthetische domein en geloven dat het gebruik van de computer in de klas de rol van de leraarverbetert. Leraren die minder ervaring hebben met computers en geen nascholingen gevolgdhebben, hebben meer twijfels bij het integreren van computers in de kleuterklas. Voor hen is denood om kinderen gewend te maken aan de technologie de belangrijkste reden om technologie inhet onderwijs te introduceren. Daarnaast zijn ze van mening dat de rol van de leraar negatief wordtbeïnvloed door het gebruik van technologie (Tsitouridou & Vryzas, 2004). Dergelijk onderzoek iszeldzaam en bovendien nog niet uitgevoerd in het kleuteronderwijs in Vlaanderen. Dit betekent datde opvattingen van leraren uit het kleuteronderwijs voorlopig onderbelicht blijven.Om deze redenen wordt in deze masterproef ingegaan op de rol van ICT in het kleuteronderwijs ende factoren die het gebruik van ICT in de kleuterklas beïnvloeden. Deze probleemstelling wordtverder uitgewerkt in het onderdeel ‘Theoretisch kader en literatuurstudie’. Dit onderdeel bestaat uitvier delen. In de eerste plaats wordt ICT in het onderwijs besproken. In dit stuk worden de rationalesvoor de introductie van ICT in het onderwijs toegelicht en wordt ingegaan op wat ICT precies is. Hettweede deel gaat specifieker in op ICT in het kleuteronderwijs en bespreekt de standpunten vanzowel voor- als tegenstanders in de literatuur. Verder worden de mogelijkheden van ICT in hetkleuteronderwijs opgelijst. Daarnaast wordt ingegaan op het begrip ‘developmental appropriateness’en de rol van de leraar in een klas met ICT. Via het concept ‘developmental appropriateness’ wordtbesproken welke vormen van ICT-gebruik als gepast worden beschouwd voor jonge kinderen. Deeldrie geeft een overzicht van factoren die het gebruik van ICT in de klas kunnen beïnvloeden. In deelvier wordt ingegaan op de situatie in Vlaanderen. Op basis van deze uitgebreide verwerking wordenin het volgende gedeelte de onderzoeksvragen duidelijk geformuleerd en afgebakend. Vervolgenswordt in het onderdeel ‘Methode’ ingegaan op de participanten van het onderzoek en de gebruikteinstrumenten en analysemethodes. Er worden ook enkele belangrijke methodologische dteenantwoordgeformuleerd opdeonderzoeksvragen. De schaalconstructie van enkele nieuwe schalen komt eerst aan bod. Verderworden een aantal beschrijvende resultaten toegelicht en wordt nagegaan in welke mate het ICTgebruik beïnvloed wordt door het leerjaar waarin de kleuterleraar lesgeeft en een aantal anderevariabelen. Het onderdeel ‘Discussie en conclusie’ bevat een overzicht van de belangrijksteresultaten en een terugkoppeling naar de literatuur. Er wordt ook aandacht besteed aan debeperkingen van het onderzoek en de implicaties voor de praktijk.2

Theoretisch kader en literatuurstudieDe onderstaande literatuurstudie bestaat uit vier grote delen. In de eerste plaats wordt ICT in hetonderwijs besproken. In dit stuk worden de rationales voor de introductie van ICT in het onderwijstoegelicht en wordt ingegaan op wat we kunnen begrijpen onder ICT, ICT-gebruik en ICT-integratie.Het tweede deel gaat specifieker in op ICT in het kleuteronderwijs en bespreekt standpunten vanzowel voor- als tegenstanders in de literatuur. Verder volgt een opsomming van de mogelijkhedenvan ICT in het kleuteronderwijs. Daarnaast wordt ingegaan op het begrip ‘developmentalappropriateness’ en de rol van de leraar in een klas met ICT. Via het concept ‘developmentalappropriateness’ wordt besproken welke vormen van ICT-gebruik als gepast beschouwd worden voorjonge kinderen. Deel drie geeft een ov

De rol van ICT in het kleuteronderwijs Een exploratieve studie naar ICT-gebruik in het kleuteronderwijs en factoren die dit gebruik beïnvloeden. STEPHANIE KERCKAERT Masterproef ingediend tot het behalen van de graad van master in de pedagogische wetenschappen, afstudeerrichting pedagogiek en onderwijskunde

Related Documents:

Afhankelijk van de onderwijsambities en de ICT inzet van de school kan dit zijn; een ICT kartrekker (Professional) een ICT-coördinator (Pionier) een ICT coach (Specialist) De rol van de ICT'er op school is vooral inspireren en adviseren bij een goede inzet van ICT en krijgt hierbij ondersteuning van de Adviseur ICT Onderwijs en .

De rol van facilitator van leerprocessen De mogelijkheden van de didactische inzet van ICT om het onderwijs te verbeteren vraagt ook om beleidsbeslissingen en het ondersteunen van veranderprocessen. Het opschrijven van een visie op de inzet van ICT in het onderwijs is daarbij stap één, het motiveren en stimuleren van docenten om ICT te .

gen bij de ontwikkeling van een ICT-systeem op de primaire interface. Dit is het stadium van de investeringen waarin de rol van opdrachtgever van groot belang is. Hier worden de investeringen gedaan waarvan een ICT-project een afgeleide is. Vervolgens zal worden ingegaan op het stadium van het in productie zijn van het ICT-systeem en

worden aangepakt door de huidige ICT-omkadering. Vanuit het onderwijsveld komt de vraag om het statuut van de ICT-coördinator te versterken en de taakomschrijving van de ICT-coördinatoren te actualiseren. Het is de ambitie van de Vlaamse overheid om de taak van de ICT-coördinator breder in te bedden in een teamgerichte ICT-werking van de .

Dan kom ik ook bijna vanzelfsprekend op de wereld van de ICT, met nadruk op de C _ in ICT, en wat daar allemaal achter kan liggen. 2. Korte samenvatting over rol van en plek voor mobiliteit in de samenleving Bron: Bérénos, M. Blog "De rol van en een juiste plek voor mobiliteit in de samenleving", Verkeerskunde, Februari 2016.

3. Context en positionering van de jeugdverpleegkundige 6 4. CanMEDS-systematiek en competentiegebieden 8 5. Rollen en competenties van de jeugdverpleegkundige 10 5.1 Rol Zorgverlener 10 5.2 Rol Communicator 12 5.3 Rol Samenwerkingspartner 13 5.4 Rol Reflectieve evidence based professional 14 5.5 Rol Gezondheidsbevorderaar 15 5.6 Rol Organisator 16

De rol van de professional bij het verbeteren van kwaliteit van de ouderenzorg is cruciaal. Het gewenste beeld wat betreft de rol van zorgprofessionals is dan ook dat zij hun aandacht vooral richten op een optimale relatie tussen de cliënten, hun naasten en henzelf. In een literatuurstudie naar de veranderende rol van de zorgprofessional .

3. Rol ICT ICT speelt in dit hele proces een belangrijk rol. Inzet van ICT in het onderwijs kent drie kernfuncties (R. Engbers, C. Kamphuis en N. van der Woert, 2010): 1) het ontwikkelen, aanbieden en evalueren van leerinhouden en toetsen, 2) het ondersteunen van de communicatie en samenwerking op afstand en