Waardering Van Ecosysteemdiensten In Een Stedelijke Omgeving: Een .

1y ago
11 Views
2 Downloads
5.33 MB
150 Pages
Last View : 17d ago
Last Download : 3m ago
Upload by : Aliana Wahl
Transcription

Verspreiding: AlgemeenEindrapportWaardering van ecosysteemdiensten in eenstedelijke omgeving: een handleidingHendrix Rik, Liekens Inge, De Nocker Leo, Vranckx Stijn, Janssen Stijn, Lauwaet Dirk, Brabers Leon,Broekx StevenHoofdstuk geluid: Van Renterghem Timothy (UGent), Liekens IngeStudie uitgevoerd in opdracht van LNE, afdeling milieu-, natuur- en energiebeleid en ANBdigitale versie april 2018

Te citeren als:Hendrix Rik, Liekens Inge, De Nocker Leo, Vranckx Stijn, Janssen Stijn, Lauwaet Dirk, Brabers Leon,Broekx Steven (2015). Waardering van ecosysteemdiensten in een stedelijke omgeving, eenhandleiding. Studie in opdracht van LNE en ANB. Januari 2015.We willen de leden van de stuurgroep bedanken voor hun enthousiasme en input bij deze studie.

SamenvattingSAMENVATTINGEen ecosysteem levert goederen en diensten aan de mens, die een effect hebben op de welvaart ofhet welzijn van een maatschappij. Deze ecosysteemdiensten zijn vaak publieke diensten waarvoorniet betaald wordt op een markt, waardoor hun bijdrage aan onze welvaart vaak verborgen blijft.Deze waarde niet erkennen kan leiden tot een overexploitatie van ecosystemen en totonevenwichtige beleids- en investeringsbeslissingen.Deze handleiding is een hulpmiddel om effecten op groene ruimtes kwalitatief, en waar mogelijkook kwantitatief en monetair op te nemen in verschillende beslissingskaders. Ze biedt u methodesom veranderingen in verschillende ecosysteemdiensten kwalitatief, kwantitatief en monetair tewaarderen. De methodes beschreven in deze handleiding worden ook toegepast in de webtool“Natuurwaardeverkenner Stad” (www.natuurwaardeverkenner.be) waarmee u zelf kan verkennenwelke ecosysteemdiensten belangrijk zijn in uw gebied of worden beïnvloed door uw project.Ecosysteemdiensten worden klassiek opgedeeld in 4 grote groepen: de producerende diensten, deregulerende diensten, de culturele diensten en de ondersteunende diensten. De producerendediensten omvatten de levering van producten die men verkrijgt uit ecosystemen zoals genetischebronnen, voedsel, vezels en grondstoffen. De regulerende diensten zijn de voordelen die de mensverkrijgt doordat ecosystemen bepaalde processen helpen reguleren zoals klimaat enwaterkwaliteit. De culturele diensten zijn die diensten die zorgen voor geestelijke verrijking,cognitieve ontwikkeling, recreatie en esthetische beleving. De ondersteunende diensten zijndiensten die nodig zijn voor de levering van alle bovenstaande diensten zoals bodemvorming,fotosynthese en de voedselkringloop. Ondersteunende diensten komen niet afzonderlijk aan bod indeze handleiding omdat ze reeds gewaardeerd worden via de andere diensten.Deze handleiding is een uitbreiding op de bestaande handleiding (Liekens et al., 2013) voorterrestrische ecosystemen zoals bossen, heide, akkers en weilanden. Er wordt gewerkt met anderegroenclassificatie-systemen en met andere berekeningsmethodes die beter geschikt zijn om tegebruiken in stedelijke omgeving.In deze handleiding geven we voor verschillende ecosysteemdiensten methodes voor dekwalitatieve, kwantitatieve en monetaire waardering, voor zover ze beschikbaar en makkelijktoepasbaar zijn voor een stedelijke context.We willen onderstrepen dat de voorgestelde berekeningen een ruwe schatting geven van deverschillende baten die een ecosysteem levert. Indien een ecosysteemdienst zeer belangrijk blijktte zijn of discussies oproept bij stakeholders, bevelen we aan om een meer gedetailleerdeecologische en/of economische modellering te gebruiken.Verder willen we benadrukken dat de cijfers een waardering geven vanuit antropocentrischstandpunt, en niets zeggen over het biologische/ecologische belang van bepaalde ecosystemenvoor plant- en diersoorten of over de zeldzaamheid van bepaalde ecosystemen. De cijfers gevenbeleidsmakers een eerste ruwe inschatting van het welvaartsverlies wanneer ecosysteemdienstenverdwijnen of aangetast worden. Ze kunnen helpen om bepaalde keuzes/investeringen voorgroenaanleg en groenbeheer te verantwoorden en bij een keuze tussen alternatieve locaties voorde (her)aanleg van groen.I

InhoudINHOUDSamenvatting IInhoud IILijst van tabellen VILijst van figuren VIIILijst van afkortingen IXHOOFDSTUK 1.1.1.Introductie 10Doelstelling van deze handleiding1.2. Waarderen van ecosysteemdiensten1.2.1.Wat zijn ecosysteemdiensten?1.2.2.Wat is de economische waarde van een ecosysteem?1111121.3.Waarom de economische waarde van een ecosysteem bepalen?141.4.Ecosysteemdiensten in een stedelijke omgeving151.5.Handleiding en webtool voor een stedelijke omgeving151.6.Beoogde eindgebruikers161.7.bronnen17HOOFDSTUK 2.Methode 182.1.Hoe ecosysteemdiensten waarderen?182.2.Vertaling naar indicatoren192.3. Beperkingen2.3.1.Niet alle diensten komen even goed aan bod2.3.2.Risico op dubbeltellingen2.3.3.Onzekerheid bij transfereren van waardes naar andere gebieden191920202.4. Welke ecosystemen of vormen van stedelijk groen komen aan bod?2.4.1.Groendaken2.4.2.Verhardingen2.4.3.Water en vochtige/natte groenvormen2.4.4.Open (droge) Groenvormen2.4.5.Gevels en muren2.4.6.Struiken, hagen en houtkanten2.4.7.Bos2.4.8.Stadsbomen2.4.9.Bebouwde oppervlakte202122222430323536382.5.Welke ecosysteemdiensten komen aan bod?392.6.Bronnen hoofdstuk 241HOOFDSTUK 3.II10Stappenplan voor gebruik handleiding en tool 42

Inhoud3.1. Voorbereiding3.1.1.Stap1 : identificatie project3.1.2.Stap 2 : afbakening van het studiegebied en te nemen maatregelen3.1.3.Stap 3: checken benodigde gegevens en verzamelen extra info3.1.4.Stap 4: selecteren relevante ecosysteemdiensten43434344443.2.Waardering: Stap 5 t.e.m. 7: kwalitatief, kwantitatief en monetair waarderen443.3.Rapportering45HOOFDSTUK 4.4.1.Gebruikte Inputkaarten 46Landgebruik464.2. Recreatie4.2.1.Score voor reliëf47474.3. Andere benodigde gegevens4.3.1.Concentratiekaart PM104.3.2.Street canyon kaart4.3.3.Inwonerskaart49494949HOOFDSTUK 5.Producerende diensten 505.1. ve waardering5.1.3.Kwantitatieve en monetaire e gebruiken cijfers5.1.7.Vertaling naar indicator5.1.8.Een voorbeeldHOOFDSTUK 6.505051515353535454Regulerende diensten 566.1. Verbeteren van de luchtkwaliteit6.1.1.Beschrijving6.1.2.Kwalitatieve waardering6.1.3.Kwantitatieve waardering6.1.4.Monetaire .7.Te gebruiken cijfers6.1.8.Vertaling naar een indicator6.1.9.Een voorbeeld565657585961636467676.2. Verminderen van geluidshinder6.2.1.Beschrijving6.2.2.Kwalitatieve waardering6.2.3.Kwantitatieve waardering6.2.4.Monetaire e gebruiken cijfers6868717172727576III

Inhoud6.2.8.Een voorbeeld6.3. Stabilisatie van alitatieve en kwantitatieve waardering impact op retentie6.3.3.Monetaire e gebruiken cijfers6.3.7.Vertaling naar een indicator6.3.8.Een voorbeeld7878788081828285856.4. Reguleren van de fysische, chemische en biologische omgeving6.4.1.Mondiale klimaatregulatie: koolstofopname door biomassa en bodem6.4.2.Lokale klimaatregulatie: verkoelend effect van groen858593HOOFDSTUK 7.Culturele diensten 1037.1. itatieve waardering7.1.4.Kwantitatieve waardering7.1.5.Monetaire waardering7.1.6.Te gebruiken cijfers7.1.7.Vertaling naar een indicator7.1.8.Een voorbeeld1041041081081101121131131147.2. Meerwaarde t7.2.3.Kwalitatieve waardering7.2.4.Kwantitatieve waardering7.2.5.Monetaire waardering7.2.6.Uitgangspunten7.2.7.Te gebruiken cijfers7.2.8.Vertaling naar een indicator7.2.9.Een voorbeeld1151151151171171171171181191197.3. Fysische en mentale gezondheid door contact met groen7.3.1.Kwalitatieve waardering7.3.2.Kwantitatieve waardering7.3.3.Monetaire waardering7.3.4.Uitgangspunten7.3.5.Te gebruiken cijfers7.3.6.Een voorbeeld1201251251261261271277.4.Ontwikkeling van kinderen1297.5.Sociale contacten1297.6.Intermezzo: Expertgebaseerde waarderingssytemen voor individuele bomen130HOOFDSTUK 8.8.1.IV77Biodiversiteit 140Beschrijving140

Inhoud8.2.literatuuroverzicht1408.3.Kwalitatieve waardering1438.4.Literatuurlijst biodiversiteit1438.5.Te gebruiken cijfers1458.6.Een voorbeeld145HOOFDSTUK 9.Besluit 146V

Lijst van tabellenLIJST VAN TABELLENTabel 1: CICES-Be indeling ecosysteemdiensten en vergelijking met andere literatuuroverzichtenecosysteemdiensten geleverd door stedelijk groen 40Tabel 2: Stappenplan voor gebruik handleiding en tool 42Tabel 3: Basisbestanden gebruikt voor het samenstellen van de landgebruikskaart 46Tabel 4: Opslagfactoren voor reliëf 47Tabel 5: Opslagfactoren voor erfgoedwaarden 47Tabel 6: Score voor horizonvervuiling 48Tabel 7: Score voor padendensiteit 49Tabel 8: Relatief aandeel van moestuinen in tuinen bij 1138 Vlaamse huishoudens 50Tabel 9: Gemiddelde uitgaven in Vlaanderen voor huishoudens en persoon van voedselgroepen dietevens kunnen geproduceerd worden in de (moes)tuin en/of in het neerhof 51Tabel 10: Raming potentiële besparing van een moestuin per hectare tuin 52Tabel 11: Voorkomen van voedselgroep 53Tabel 12: Kwalitatieve waardering voedselproductie in tuinen 53Tabel 13: kwantitatieve en monetaire waardering voedselproductie in tuinen 54Tabel 14: Kwalitatieve waardering lokale impact groenmaatregelen op luchtkwaliteit inverschillende omstandigheden 65Tabel 15: Vertaling van kwalitatieve scores naar kwantitatieve schattingen impact op concentratiewaaraan omwonenden worden blootgesteld voor buffer en canyon 65Tabel 16: Kwantitatieve schatting van afvang van fijn stof door stedelijk groen (luchtkwaliteitachtergrond/filtereffect) 66Tabel 17: Kwalitatieve waardering lokale impact groenmaatregelen op geluidsreductie 76Tabel 18: Vertaling van kwalitatieve scores naar kwantitatieve daling geluid waaraan omwonendenworden blootgesteld 76Tabel 19: Monetaire waardering: % waardevermindering van een woning per dB(A)geluidstoename 77Tabel 20: Kwalitatieve waardering impact groenmaatregelen op retentie en gemiddelderetentiecoëfficient RC 83Tabel 21: Runoff- en Retentiecoëfficiënten van een aantal relevante oppervlaktetypes en devariabelen die de grootte hiervan bepalen. 84Tabel 22: Veronderstellingen (gebaseerd op Thyssen, 2011) voor extrapolatie van resultaten naarandere groenvormen: 89Tabel 23: Kwalitatieve waardering impact groenmaatregelen op koolstofopslag 91Tabel 24: Gebruikte waarden om opslag per boom te berekenen. 91Tabel 25: gebruikte waarden voor de monetaire waardering van C-opslag. 92Tabel 26: Kwantitatieve waardering van het effect op lokale klimaat op basis van de kwalitatievescore 101Tabel 27: Kwalitatieve waardering impact groenmaatregelen op stedelijk klimaat (legende: zievorige tabel) 101Tabel 28: Overzicht van onderscheiden effecten van nabijheid en toegankelijkheid van stedelijkgroen 103Tabel 29: Overzicht van aantal bezoeken aan groene ruimte per jaar per inwoner 105Tabel 30: Wijziging padendensiteit in toekomstige gebied en invloed op de score 109Tabel 31: Antwoord op de vraag in welke mate recreatieve faciliteiten aanwezig zijn. 109Tabel 32: Standaard gehanteerde afstandsgrenzen voor groen in stedelijke context 111Tabel 33: Gemiddeld aantal bezoeken per inwoner per soort groen 113Tabel 34: Gemiddelde bestedingen per bezoek per recreatietype. 113VI

Lijst van tabellenTabel 35: kwalitatieve score voor de dienst belevingswaarde omwonenenden 118Tabel 36 Kwalitatieve score voor bevolkingsdichtheid van het gebied 118Tabel 37: Gezondheidseffecten van 10% extra groene ruimte binnen 1 km van woning, uitgedruktin Daly’s per 1000 inwoners 122Tabel 38: Samenvattende tabel gezondheidseffecten van 10% extra groene ruimte binnen 1km en 3km van woning 125Tabel 39: Kwantitatieve waardering van gezondheidseffecten van 1 ha extra groen in DALY per1000 inwoners 127Tabel 40: Indicatoren, hun manier van interpretatie en mogelijke antwoorden, die gebruikt zijn inde enquête voor het berekenen van wegingsfactoren met betrekking tot debiodiversiteitswaarde van groenvormen in het kader van het project ‘Biodiversiteitstoets’(naar Brabers, 2014) 142Tabel 41: kwalitatieve score biodiversiteit 145VII

Lijst van figurenLIJST VAN FIGURENFiguur 1: Totale economische waarde van ecosystemen en mogelijke waarderingsmethoden 13Figuur 2: De waarderingspiramide 19Figuur 3: Voorbeeld extensief groendak 21Figuur 4: Voorbeeld natuurlijke waterloop (Dijle in Leuven) 22Figuur 5: Voorbeeld begroeide oever 23Figuur 6: Voorbeeld wisselnatte standplaats in de stad 24Figuur 7: Voorbeeld bol- en knolgewassen in kruidenrijk gazon 25Figuur 8: Voorbeeld perkplanten: wisselperk met bloemen 26Figuur 9: Voorbeeld bloemenakker 27Figuur 10: Voorbeeld natte bloemenrijke ruigte 28Figuur 11: Voorbeeld heide 29Figuur 12: Voorbeeld akker 30Figuur 13: Voorbeeld niet-grondgebonden gevelgroen 30Figuur 14: Voorbeeld van begroeide omheining 31Figuur 15: Voorbeeld muurvegetatie 32Figuur 16: Voorbeeld van een groenblijvende haag 33Figuur 17: Voorbeeld van een bladverliezende haag 33Figuur 18: Voorbeeld heesters en struiken 34Figuur 19: Voorbeeld houtkant 35Figuur 20: Voorbeeld mantel- en zoomvegetatie (de zoom ontbreekt) 36Figuur 21: Voorbeeld alleenstaande loofboom 1ste orde zonder ondergroei 37Figuur 22: Voorbeeld strakke loofbomenrij met ondergroei in een stad 38Figuur 23: Invloed van vegetatie op luchtkwaliteit voor een vrijstaande boom en een boom in eenstreet canyon. 58Figuur 24: Processen CO2-opname, Bron: US Environmental Protection Agency (EPA) 86Figuur 25: Relatie tussen de oppervlakte van groengebieden in de stad en het ruimtelijk gemiddeldeffect op de temperatuur tijdens de zomer. Het gaat hier om het absolute effect, groenbrengt wel degelijk koeling. 94Figuur 26: Vereenvoudigd schema van de stralingsbelasting op een menselijk lichaam in stedelijkeomgeving. De letter Q wordt in wetenschappelijke publicaties gebruikt om warmtestralingaan te duiden. Daarvan zijn er verschillende bronnen: de zon levert kortgolvige (shortwave,SW) warmtestraling; de atmosfeer, de gebouwen en het aardoppervlak leveren langgolvige(longwave, LW) warmtestraling. Bron: Hittekaartstudie. 97Figuur 27: Het percentueel aandeel van ontevreden mensen bij een bepaalde PMV-waarde. Bron:Fanger (1982) 98VIII

Lijst van afkortingenLIJST VAN chap voor natuur en bosBetalingsbereidheidBiologische waarderingskaartKoolstofChoice ExperimentContingent Valuation MethodDecibel (A) waarneembaar door de mensEcosysteemdienst(en)Geografische InformatieSystemenHedonic PricingMapping and assessment of ecosystems and their servicesMean Annual IncrementMillennium Ecosystem AssessmentMilieueffectrapportMilieurapport VlaanderenMaatschappelijke kosten-batenanalyseMilieukostenmodelNatuurrapport VlaanderenNoise sensitivity depreciation indexDepartement leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheidPrati-index voor zuustofverzadigingParticulate matter (fijn stof)Soil Organic contentTravel CostThe Economics of Ecosystems and BiodiversityVlaamse MilieumaatschappijVluchtige Organische stoffenIX

HOOFDSTUK 1 IntroductieHOOFDSTUK 1. INTRODUCTIE1.1.DOELSTELLING VAN DEZE HANDLEIDINGDe effecten op natuur en landschap werden in het verleden vaak alleen kwalitatief meegenomen inbeleidsbeslissingen. Een belangrijke reden hiervoor was de afwezigheid van bruikbare enbetrouwbare kengetallen voor de kwantificering en monetarisering ervan. Veel gevalstudies enonderzoek over de baten van ecosystemen zijn terug te vinden in wetenschappelijke literatuur, maarhet is niet gemakkelijk om de resultaten ervan te vertalen in praktisch bruikbare methodes omverschillende landgebruikscenario’s te vergelijken.Deze handleiding wil in de eerste plaats pragmatische methodes aanreiken om veranderingen in delevering van ecosysteemdiensten (ESD) te waarderen in stedelijke omgeving. Deze handleiding iseen uitbreiding op de bestaande handleiding voor terrestrische ecosystemen zoals bossen, heide,akkers en weilanden. Ze kan een hulpmiddel zijn voor iedereen (beheerders, landontwikkelaars,overheden, natuurorganisaties of actieve inwoners) die het sociaal-economische belang vanecosystemen in de stad in kaart wil brengen. Dat kan men doen om de waarde van veranderingenaan te tonen, om de baten van investeringen te waarderen of om te gebruiken in bijvoorbeeld eenmaatschappelijke kosten-batenanalyse of een milieueffectrapport.De handleiding biedt een stappenplan om bij uitbreiding, inkrimping of veranderingen in stadsgroende effecten op ecosysteemdiensten te schatten en vervolgens de welvaartseffecten daarvan in beeldte brengen. De handleiding geeft aan voor verschillende ecosysteemdiensten wat deze dienst juistinhoudt en hoe men die dienst kwalitatief, kwantitatief en/of monetair kan waarderen. Ze geeft aanwat de uitgangspunten zijn, welke inputdata nodig zijn en waar men deze data kan vinden. Tot slotwordt elke ecosysteemdienst geïllustreerd met een voorbeeld. Deze gegevens zijn gebaseerd opvoortschrijdende inzichten inzake de kwalitatieve, kwantitatieve en monetaire waardering vanecosysteemdiensten.De methodes beschreven in deze handleiding zullen worden toegepast in de webtool“Natuurwaardeverkenner Stad” (www.natuurwaardeverkenner.be) waarmee u zelf kan verkennenwelke ecosysteemdiensten belangrijk zijn in uw gebied of worden beïnvloed door uw project. Ookkan u via deze link meer achtergrondinformatie over de gebruikte methodes bekomen. Een deel vande benodigde informatie voor de kwantificering van sommige ecosysteemdiensten zit hier reeds invervat.De methodes zijn geschikt voor een eerste indicatieve beoordeling van de impact van een project ofvan een beleid op de geleverde ecosysteemdiensten. Indien een specifieke ecosysteemdienst zeerbelangrijk blijkt te zijn of discussies oproept bij stakeholders, wordt aanbevolen om een meergedetailleerde ecologische en /of economische modellering te gebruiken.10

HOOFDSTUK 1 Introductie1.2.1.2.1.WAARDEREN VAN ECOSYSTEEMDIENSTENWAT ZIJN ECOSYSTEEMDIENSTEN?De mens maakt gebruik van een brede waaier aan diensten en grondstoffen die door ecosystemenworden geproduceerd. Deze voordelen zijn algemeen bekend onder de noemer‘ecosysteemdiensten’ en omvatten zowel producten (bijv. drinkwater) als processen (bijv.decompositie van afval) (Jacobs et al. 2010). Samen met de groei van de bevolking groeit ook devraag naar grondstoffen en diensten geleverd door ecosystemen. Velen verkeerden lang in deveronderstelling dat ecosysteemdiensten gratis, onkwetsbaar en onuitputtelijk zijn. Vandaag wordtde impact van menselijk gebruik en misbruik meer en meer duidelijk. Oceanen zijn overbevist. Plagenen ziektes breiden uit buiten hun historische grenzen. Er wordt gebouwd in natuurlijkeoverstromingsgebieden waardoor er geen natuurlijke bescherming meer is tegen overstromingenenz.Het besef groeit dat de diensten die ecosystemen leveren eindig zijn en bedreigd worden, en dat eenafweging moet gemaakt worden tussen menselijke belangen op korte en lange termijn. Het conceptom natuur en landschappen te beschouwen als producenten van ecosysteemdiensten stelt ons instaat om de baten van natuur en landschap te waarderen en biedt een kader om de verschillendesociale, economische en omgevingsaspecten samen te brengen en te integreren.In een Internationale context krijgt het begrip ecosysteemdiensten ook veel aandacht. De VerenigdeNaties brachten in 2005 het Millennium Ecosystem Assessment (MA, 2005) uit. Meer dan 1360wetenschappers en experten wereldwijd maakten hierin een stand van zaken op van de biodiversiteiten natuurlijke hulpbronnen die ter beschikking van de mens staan. Ze concludeerden dat wereldwijd15 van de 24 onderzochte ecosysteemdiensten achteruit gaan omdat ze niet duurzaam wordengebruikt. Deze conclusie van de academische wereld heeft ook meer en meer politici enbeleidsmakers doen inzien dat het ecosysteemdiensten-concept belangrijk is. Zo wordt in de “UnitedNations conference on sustainable development (RIO 20)” verwezen naar het vrijwaren vangebieden waar biodiversiteit en ecosysteemdiensten belangrijk zijn. In de EU-biodiversiteitstrategieonderstreept de commissie het belang van ecoysteemdiensten en stelt ze dat ze wil investeren in hetin kaart brengen en waarderen van ecosysteemdiensten en hun onderliggende processen. Het TEEB initiatief (The Economics of Ecosystems and Biodiversity) biedt een kader om de economische batenvan biodiversiteit of de stijgende kosten voor een verlies aan biodiversiteit in kaart te brengen (TEEB,2010).11

HOOFDSTUK 1 IntroductieDefinitiesEcosysteem het geheel van biotische (levende) en abiotische (niet-levende)elementen die het samenleven van levende organismen in een bepaald gebiedkenmerken (uit “Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu”,21/10/1997).Ecosysteemdiensten de goederen en diensten geleverd door een ecosysteem diebijdragen tot voordelen (baten) voor de mens (MA, 2005). Deze bestaan uit: Producerende diensten: De producten die uit ecosystemen worden verkregen,zoals bijvoorbeeld genetische bronnen, voedsel, vezels en grondstoffen zoalshout, riet, .Regulerende diensten: De voordelen die worden verkregen uit de reguleringvan ecosysteemprocessen, waaronder bijvoorbeeld de regulering van klimaat,water en sommige menselijke ziekten.Culturele diensten: De immateriële geneugten die mensen putten uitecosystemen door geestelijke verrijking, cognitieve ontwikkeling, recreatie enesthetische beleving.Ondersteunende diensten: deze diensten zijn nodig voor de levering van allebovenstaande diensten zoals bodemvorming, fotosynthese, voedselkringloop.Biodiversiteit is de verscheidenheid van het leven in al zijn vormen, combinaties enorganistatieniveau's (bijvoorbeeld op genetisch vlak, op vlak van soorten en op vlakvan ecosystemen). (VLIZ 2014-2016).Biodiversiteit is in de meeste classificaties geen ecosysteemdienst. Soms wordt ze als“ondersteunende dienst” beschouwd die bijgevolg niet apart moet gewaardeerdworden. In “The Economics of Ecosystems and Biodiversity” (TEEB, 2010) spreekt menook nog van habitatdiensten om het belang van ecosystemen te onderstrepen alshabitat voor migrerende soorten (bijv. kinderkamerfunctie) en als beschermer van degenetische diversiteit. De link tussen biodiversiteit en ecosysteemdiensten is nog nietheel sterk bestudeerd. De bestaande literatuur leert ons wel dat hoe hoger debiodiversiteit hoe groter het aantal ecosysteemdiensten dat geleverd wordt.1.2.2.WAT IS DE ECONOMISCHE WAARDE VAN EEN ECOSYSTEEM?Wanneer we aan de waarde van iets denken, denken we vaak aan het nut of belang dat iets voor onsheeft. Met andere woorden de waarde geeft aan hoe graag iemand iets wil hebben. In economischetermen betekent waarde “hoeveel van iets anders we ervoor willen opgeven”. Deze waarde wordtbepaald door individuele voorkeuren. Omdat waarde op zichzelf een ongrijpbaar begrip is, is de mensal vroeg op zoek gegaan naar mogelijkheden om deze waarde meetbaar te maken. Zo werd waardevroeger uitgedrukt in hoeveelheden tastbare goederen zoals graan of metaal. Vandaag wordt waardeklasiek uitgedrukt in geldtermen. Het geld dat een individu wil betalen voor iets, vertelt ons iets overwat deze persoon wil opgeven aan andere goederen en diensten om dat ene goed of die ene dienstte verkrijgen. Dit noemen we de betalingsbereidheid.Heel vaak wordt verondersteld dat de marktprijs gelijk is aan de waarde van een goed of dienst. Nietsis minder waar. Voor ecosysteemdiensten is de waarde zelden gelijk aan de prijs die we betalen,12

HOOFDSTUK 1 Introductieomdat de meeste ecosysteemdiensten niet terug te vinden zijn op een markt en dus “gratis” zijn. Datwil niet zeggen dat hun waarde “0” is of dat we deze waarde niet kunnen bepalen. Hiervoor bestaanverschillende methoden die in deze handleiding kort worden toegelicht. Ook de ecosysteemdienstendie wel verkocht worden, hebben niet noodzakelijk de juiste prijs omdat de markt niet perfect werkt(bijv. subsidies, milieukosten die niet doorgerekend worden).De bedoeling van een economische waardering van een ecosysteem is om de totale economischewaarde ervan te bepalen, of met andere woorden om te bepalen wat de totale bijdrage is vanecosystemen aan de menselijke welvaart en welzijn. Een ecosysteem kan hierbij breder gezienworden dan natuurgebieden. Ook landbouwgebieden of stedelijk groen leveren ecosysteemdiensten.Onderstaande figuur geeft een overzicht van de verschillende aspecten van economische waarde ineen ecosysteem. De totale economische waarde bestaat uit twee grote delen: de gebruikswaarde ende niet-gebruikswaarde. Deze waarden worden nog eens verder onderverdeeld en vaak afzonderlijkgewaardeerd door verschillende methodes.Figuur 1: Totale economische waarde van ecosystemen en mogelijke waarderingsmethodenBron: op basis van Hanley et al, 1997De gebruikswaarde omvat:- een directe gebruikswaarde: we ontlenen goederen en diensten direct aan het ecosysteem zoalsbijv. hout, recreatie, beleving van het ecosysteem.- een indirecte gebruikswaarde: we ontlenen diensten die een indirect effect hebben op onzewelvaart en leiden tot kostenbesparingen voor de maatschappij als geheel zoals de zuivering vanwater, bescherming tegen overstromingen, De niet-gebruikswaarde omvat:- een overdrachtswaarde: het beschikbaar zijn van groene ruimte is belangrijk voor huidige entoekomstige generaties13

HOOFDSTUK 1 Introductie-een bestaanswaarde: we hechten belang aan het feit dat er ruimte is voor planten en dieren enaan de aanwezigheid van deze planten en dieren zelf.een optiewaarde: We hechten waarde aan het feit dat een gebied ons de mogelijkheid geeft omin de toekomst gebruik te maken van een goed of dienst (zonder dat we er daarom effectief gaangebruik van maken). In de literatuur wordt deze waarde soms bij de gebruikswaarde gerekend.Naast de economische waarde wordt aan groene ruimte ook een intrinsieke waarde toegeschreven.Dit is de waarde die iets heeft, los van zijn context, van zijn omgeving of zijn positie in een grotergeheel. De natuur heeft een waarde op zich zonder dat het voor de mens een waarde moet hebben.Intrinsieke waarde is niet te verwarren met de bestaanswaarde (de waarde die wij hechten aan hetbestaan van planten en dieren.)1.3.WAAROM DE ECONOMISCHE WAARDE VAN EEN ECOSYSTEEM BEPALEN?Ecosystemen bieden een waaier van diensten die bijdragen tot onze welvaart (zie kader). Deeconomische waarde van onze ecosystemen met hun rijke biodiversiteit is dus groot. Ondanks haarbelang voor de maatschappij en onze economie en het bestaan van heel wat wetgeving (denk maaraan de habitat- en vogelrichtlijn en het Vlaamse natuurdecreet ) gaat de globale biodiversiteit nogsteeds achteruit. Natuu

1.4. Ecosysteemdiensten in een stedelijke omgeving 15 1.5. Handleiding en webtool voor een stedelijke omgeving 15 1.6. Beoogde eindgebruikers 16 1.7. bronnen 17 HOOFDSTUK 2. Methode_ 18 2.1. Hoe ecosysteemdiensten waarderen? 18 2.2. Vertaling naar indicatoren 19 2.3. Beperkingen 19 2.3.1.

Related Documents:

een weiland grijs van rijm ik reis. De nacht ligt als een kat te spinnen. Onder de schors van de bomen rijpt het licht. In het water de schemer van een gezicht, dat opgeschrikt de ogen wendt. Omslachtig ik snuit mijn neus van kruid tussen de duimen van een waterplant. Een kikker veert op van het toilet. Een klein verlet op mijn lange reis.

Een sociaal plan is een overeenkomst tussen de werkgever en de vertegenwoordigers van de werknemers: de vakbonden. Het opstellen en afsluiten van een sociaal plan met werkgevers is een van de kerntaken van vakbonden. De vakbonden, zoals FNV Bondgenoten, vragen aan de werkgever met een voorstel voor een sociaal plan te komen,.

een cirkel van 100m. alles platgebrand, dat was het werk van de Jappen geweest. . Janus zegt, ik zal eens vragen, . Het werd een hele lange rit tot aan de achterkant van de vulkaan. Tenslotte leidde een weg een helling van deze berg op. Die was echter halfweg versperd door een bunker, zodat wij moesten lopen. Alleen de

hebt met hodgkin of non-hodgkin, wanneer je een infectie met het Epstein-Barr-virus hebt doorgemaakt of wanneer er sprake is van een verzwakt immuunsysteem. Klachten en symptomen Een van de eerste symptomen van het hodgkinlymfoom is meestal een zwelling in een of meer lymfklieren. In veel gevallen zit deze zwelling in de hals of in de oksels.

Leslie, een Hohner Pianet, een Clavinet D-5, Solonia Strings en later op een Fender Rhodes, een Roland Juno 60, een MiniMoog, een Yamaha DX-7 en een Roland MKS-20 Piano. Flinke investeringen en een enorm gesjouw. Maar gelukkig waren daar de roadies: Ling Siem, Larry Gill †, Herbert Jan

De opdracht om een plan van aanpak te maken voor de bemiddeling van arbeidsbeperkten naar een baan bij reguliere werkgevers is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle deelnemers binnen het regionale Werkbedrijf. De afspraken en de werkwijze worden beschreven in een plan van aanpak. Dit is een wettelijke verplichting.

Middelen Sociaal strafwetboek (6 juni 2010) SLIC-document: gemeenschappelijke visie van de hoofden van de inspectiediensten in Europa op het vlak van het beheer van een inspectiedienst De Iso9001-norm over de vereisten van een kwaliteitssysteem De jaarlijkse uitwerking van een operationeel plan De samenwerking met diverse andere diensten: Afdeling

Kindergarten and Grade 1 must lay a strong foundation for students to read on grade level at the end of Grade 3 and beyond. Students in Grade 1 should be reading independently in the Lexile range between 190L530L.