Conceptvoorstellen Leergebied Nederlands

1y ago
11 Views
2 Downloads
1.25 MB
60 Pages
Last View : 12d ago
Last Download : 3m ago
Upload by : Luis Wallis
Transcription

CONCEPTVOORSTELLEN LEERGEBIED NEDERLANDS7 mei 2019INLEIDINGIn dit document vindt u de conceptvoorstellen van de leraren en schoolleiders van hetontwikkelteam Nederlands. Het team vraagt hierop uw feedback vóór 11 augustus. Ga voorde samenvatting van de voorstellen en om feedback te geven naar www.curriculum.nu.Wat zijn dit voor voorstellen? De leraren en schoolleiders hebben een visie op hetleergebied opgesteld, op basis daarvan de essenties van het leergebied benoemd (groteopdrachten) en die vervolgens uitgewerkt in kennis en vaardigheden voor het primaironderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Dit zijn de bouwstenen. Voor debovenbouw van het voortgezet onderwijs heeft het team aanbevelingen geformuleerd voorde herziening van de eindtermen. De voorstellen gaan over de onderwijsinhoud (wat), nietover didactiek (hoe).Op basis van uw feedback werkt het team hieraan verder, om het vervolgens teoverhandigen aan de minister voor Basis- en Voortgezet onderwijs. De voorstellen van alleontwikkelteams van leraren en schoolleiders voor de 9 leergebieden vormen de basis voorde actualisatie van de huidige kerndoelen en eindtermen.Waarom deze actualisatie van het curriculum? Voor het eerst worden de kerndoelen vanhet primair en voortgezet onderwijs door leraren zelf en in samenhang geactualiseerd. Ditdraagt bij aan doorlopende leerlijnen, de samenhang in het onderwijs, het terugdringenvan overladenheid en de balans in de hoofddoelen van het onderwijs: kwalificatie,socialisatie en persoonlijke vorming. Lees verder op www.curriculum.nu en bekijk deanimatie op www.curriculum.nu/animatie.1

INHOUDSOPGAVE1.VISIE OP HET LEERGEBIED . 32.GROTE OPDRACHTEN VAN HET LEERGEBIED NEDERLANDS. 6Grote opdracht 1: Interactie en een rijk taalaanbod dragen bij aan de taal- endenkontwikkeling . 8Grote opdracht 2: De competente taalgebruiker blijft een leven lang zijn taal entaalgebruik ontwikkelen . 9Grote opdracht 3: De competente taalgebruiker ontwikkelt zijn taal- en cultuurbewustzijnin een meertalige samenleving . 10Grote opdracht 4: Experimenteren met taal en vormen van taal stimuleert hetzelfvertrouwen en plezier in taal . 11Grote opdracht 5: De competente taalgebruiker communiceert doelgericht . 12Grote opdracht 6: De competente taalgebruiker zet taal in bij het kritisch verwerken van(digitale) informatie . 13Grote opdracht 7: Leesmotivatie en de ontwikkeling van literaire competentie stimulerenleerlingen lezers te worden en te blijven . 143.RAAMWERK: VAN VISIE EN GROTE OPDRACHTEN NAAR BOUWSTENEN . 164.GENERIEKE AANBEVELINGEN VOOR DE UITWERKING BOVENBOUW VO . 185.BOUWSTENEN . 20Onderlegger 1.1 Rijke teksten als voorwaarde voor taal- en denkontwikkeling. 20Bouwsteen 1.2 Interactie in dienst van taal- en denkontwikkeling . 23Bouwsteen 2.1 Een leven lang taal en taalgebruik ontwikkelen . 26Bouwsteen 3.1 Meertaligheid: de ontwikkeling van taal- en cultuurbewustzijn . 30Bouwsteen 4.1 Experimenteren met taal en vormen van taal . 33Bouwsteen 5.1 Doelgerichte communicatie . 36Bouwsteen 6.1 Kritisch (digitale) informatie verwerken . 41Bouwsteen 7.1 Leesmotivatie en literaire competentie . 45BIJLAGE 1: BEGRIPPENLIJST . 50BIJLAGE 2: BRONNENLIJST . 54BIJLAGE 3. VISUALISATIE VAN DE SAMENHNG VISIE EN GROTE OPDRACHTEN. 602

1.VISIE OP HET LEERGEBIEDDenken, spelen en werken met taalRelevantie: Het leergebied Nederlands bevordert gelijke kansen voor alle leerlingen doorhen in de gelegenheid te stellen een sterke taalbasis op te bouwen van waaruit zij zich eenleven lang kunnen blijven ontwikkelen. Leerlingen werken aan hun taalbasis door inbetekenisvolle taalgebruikssituaties gesprekken te voeren, te spreken, luisteren, lezen enschrijven. Hierbij is ook aandacht voor de rol van beelden en gebaren als betekenisdragers.Het leergebied Nederlands doet recht aan de verschillende talen en taalvariëteiten dieleerlingen mogelijk ook beheersen. Deze talen en taalvariëteiten spelen een belangrijke rolals voertuig voor denkprocessen en communicatie, als drager van de identiteit en alsvormgever van de samenleving. Ook zijn ze een belangrijke basis voor de algemeneontwikkeling en voor de ontwikkeling van het Standaardnederlands.Kennis van de Nederlandse taal en cultuur en een goede beheersing van hetStandaardnederlands is van groot belang voor succesvolle participatie op school endeelname aan een geletterde, meertalige en pluriforme samenleving. HetStandaardnederlands is de gemeenschappelijke taal in informele en formele situaties: detaal van het onderwijs, de overheid en de wet. Het leergebied Nederlands voorziet in deontwikkeling van de beheersing van de standaardtaal (kwalificatie).Ook draagt het leergebied bij aan de socialisatie van leerlingen. Leerlingen verwervenkennis en inzicht in de Nederlandse taal en cultuur, zodat deze in stand gehouden,overgedragen en verder ontwikkeld wordt. Ze worden ondersteund en uitgedaagd bij hunontwikkeling tot actieve en kritische burgers. Leerlingen die zich thuis voelen in deNederlandse taal zijn beter toegerust om op volwassen wijze hun verantwoordelijkheid tenemen in de samenleving (socialisatie).Taal is een belangrijk middel om relaties aan te gaan en expressie te geven aan en kenniste nemen van eigen en andermans ervaringen, gedachten en intenties. Leerlingen wordenzich bewust van de relatie tussen vorm en betekenis van taal en taalgebruik en verwerveninzicht in hun eigen taal en taalgebruik en dat van anderen. Ze leren reflecteren op huneigen ontwikkeling als taalgebruiker, in relatie tot de ander en de wereld om hen heen. Tenslotte bevordert het leergebied de ontwikkeling van een positieve houding ten opzichte vantalen en taalvariëteiten in hun culturele context (persoonsvorming).Inhoud: De inhouden van het leergebied Nederlands worden hieronder beschreven,uitgaande van drie kerninhouden: Taal & communicatie, Taal & cultuur en Taal & identiteit.De samenhang tussen deze drie kerninhouden vormt binnen het leergebied Nederlands hetuitgangspunt.Taal & communicatieLeerlingen komen op school structureel in aanraking met het Standaardnederlands enkrijgen kansen zich daarin te ontwikkelen. Ze worden taalcompetent door in elke fase vanontwikkeling hun talige kennis, vaardigheden en attitudes uit te breiden en te verdiepen.De taalbasis die op deze manier ontstaat is een instrument om (verder) te leren.Door middel van taal verlenen leerlingen betekenis aan de wereld en kunnen ze gevoelens,ervaringen, meningen en feiten onder woorden brengen, begrijpen, interpreteren,vastleggen, evalueren en/of nuanceren. Bij het leergebied Nederlands leren leerlingencommuniceren in verschillende, betekenisvolle taalgebruikssituaties. Ze wordengestimuleerd in hun taalproductie, eerst mondeling in interactie met elkaar en de leraar,later ook schriftelijk, digitaal en multimodaal. Ze leren communiceren in interactie metelkaar, bijvoorbeeld om te kunnen samenwerken en problemen op te lossen. Leerlingen3

leren vanuit verschillende perspectieven naar onderwerpen uit het eigen leergebied, andereleergebieden en een bredere maatschappelijke context te luisteren en erover te praten, telezen en te schrijven.Leerlingen verdiepen zich in teksten die rijk zijn aan inhoud en vorm. Ze produceren enverwerken een breed scala aan mondelinge, schriftelijke, digitale en multimodale teksten.Daarbij leren leerlingen gaandeweg hun communicatie af te stemmen op doel, publiek entaalgebruikssituatie en leren ze steeds beter de juiste taalregisters te hanteren. Ook lerenze om kritisch en efficiënt om te gaan met de continue stroom aan (digitale) informatie inde samenleving, zodat ze goede informatieverwerkers worden. Leerlingen leren doelgerichtom te gaan met digitale media, inclusief nieuwe tekstsoorten en bijbehorende registers.Om doelgericht te communiceren, verwerven leerlingen inzicht in hoe taal in elkaar zit enhoe taal betekenis creëert. Ook leren ze systematisch over taalgebruik te denken en tecommuniceren.Taal & cultuurLeerlingen komen bij het leergebied Nederlands in aanraking met allerlei talige cultureleuitingen uit heden en verleden. Door deze verschillende uitingen te verkennen, tebespreken en zelf te experimenteren en teksten te creëren, leren ze hun eigen en andereculturen beter te begrijpen en er respectvol mee om te gaan. Cultuur is alles wat mensendenken, doen en maken en de betekenis die mensen vanuit hun eigen achtergrond daaraangeven. De talige en culturele bagage die leerlingen meekrijgen op school is bepalend vooreen succesvolle participatie in de samenleving.Het ontwikkelen van literaire competentie is een belangrijke taak van het leergebiedNederlands. Leerlingen leren om mondelinge en schriftelijke literaire teksten, zowel literairefictie, non-fictie als poëzie, te begrijpen, te analyseren, interpreteren, erover tecommuniceren, erop te reflecteren en er persoonlijke, historische en culturele betekenisaan toe te kennen. Het uitgangspunt van het literatuuronderwijs is het geschreven woord.Andere culturele uitingen zoals film, theater, beeld en muziek kennen ook fictionelekenmerken en kunnen eveneens benut worden in het literatuur- en taalonderwijs, ondermeer om aan te sluiten bij de belevingswereld van leerlingen. Leerlingen ontdekken dekracht en schoonheid van taal in allerlei talige uitingen en experimenteren met taal envormen van taal. Bovendien is het bevorderen van leesplezier en leesmotivatie eenbelangrijke taak van het leergebied, omdat het een positieve leesspiraal in gang zet: eenleerling die graag leest, leest meer en beter en grijpt daardoor ook sneller naar een anderboek of een andere tekst.Taal & identiteitTaal is een drager van identiteit en vertolkt het geheel aan normen, waarden enopvattingen van een individu, groep en samenleving. Leerlingen verkennen en ontwikkelendoor taal hun eigen identiteit en hun relatie tot anderen en kunnen hier uiting aan geven.Ze leren om hun eigen gedachten, gevoelens en ervaringen uit te drukken en maken doormiddel van taal hun ideeën en intenties duidelijk. Leerlingen ontdekken en benutten huntalige kwaliteiten, ontwikkelen hun eigen voorkeuren en krijgen vertrouwen in hun eigentaalvaardigheid. Door taal leren ze hun gedachten, gevoelens en keuzes kenbaar te makenen toe te lichten, zoals eigen plannen en ideeën en ook hun school-, studie- enberoepskeuze.Leerlingen leren ook dat ze een onderwerp of thema vanuit meerdere perspectievenkunnen bekijken. Ze leren die perspectieven herkennen, daarop te reflecteren, hun oordeeluit te stellen of een gefundeerd oordeel te geven. Literatuur en andere talige cultureleuitingsvormen spelen daarbij een belangrijke rol. Het (voor)lezen van, kijken en luisterennaar, praten over en scheppen van taaluitingen draagt daarmee bij aan de persoonlijkeontwikkeling van leerlingen, het verkennen van andere werelden en de ontwikkeling vaninlevingsvermogen en van verbeeldingskracht.4

Positie:Samenhang met andere leergebiedenBinnen het leergebied Nederlands is er naast aandacht voor de dagelijkse algemene taal(DAT) ook aandacht voor de cognitief academische taal (CAT). Daar valt zowel de taalonder die wordt gebruikt in schriftelijke teksten als de vaktaal die expliciet wordt geleerd inalle leergebieden en beroepen. Leerlingen leren bij het leergebied Nederlands deze taalsteeds passender te gebruiken om over de inhouden van het leergebied te communiceren.Daarnaast speelt het leergebied een ondersteunende rol als het gaat om het bewustmakenvan het bestaan van cognitief academische taal bij alle leergebieden. Ten eerste door tehelpen bij het identificeren ervan en ten tweede door talige activiteiten en rijke teksten ininteractie aan te bieden die aansluiten bij doelen van andere leergebieden.In alle leergebieden is interactie met elkaar en de leraar een middel waarmee leerlingenhun taal- en denkvaardigheid ontwikkelen. Daarom is het belangrijk dat leerlingen in elkleergebied in aanraking komen met teksten met uitdagende inhouden en rijke taal. Doorernaar te luisteren, erover te praten, lezen en schrijven ontwikkelen zij hun taalbasis. Datvraagt om talige doelen in de curricula van alle leergebieden en om ondersteuning vanleerlingen in hun taalontwikkeling door de leraar.De inhouden en vaardigheden bij het leergebied Nederlands komen voor een belangrijkdeel overeen met de inhouden en vaardigheden van het leergebied Engels/Modernevreemde talen (MVT). Ook daar staat de ontwikkeling van talige en culturele competentiescentraal. Daarom worden de dwarsverbanden tussen de curricula uitgewerkt.Doorlopende leerlijnenDe basis voor de taalontwikkeling van een leerling wordt gelegd in de thuisomgeving en inde voorschoolse periode. Het is belangrijk om te constateren dat deze basis voor leerlingenverschillend is. Voor leerlingen met een beperkte Nederlandse taalvaardigheid moet hettaalaanbod op school en specifiek bij het leergebied Nederlands niet worden verarmd. Dezeleerlingen moeten juist op maat worden ondersteund bij het zelf produceren van rijke taalen het leren begrijpen van taal en teksten. Voor leerlingen met een goede beheersing vande Nederlandse taal is het van belang dat ook zij blijvend worden uitgedaagd huntaalvaardigheid te versterken.De taalontwikkeling van leerlingen verloopt grotendeels concentrisch: in elke fase vanontwikkeling is er sprake van een combinatie van verwerving van nieuwe talige en culturelekennis, vaardigheden en attitudes en van consolidatie en verdieping van bestaande kennis,vaardigheden en attitudes. In elke fase van de taalontwikkeling spelen een rijk taalaanbod,taalproductie en een multiperspectivische benadering van onderwerpen een grote rol.Leerlingen werken in interactie aan hun taalontwikkeling, waarbij (tijdelijke) ondersteuningvan leerlingen bij het versterken van hun taalvaardigheid van belang is.Het aanbod binnen het leergebied Nederlands bereidt leerlingen voor op doorstroom naarpassend vervolgonderwijs, beroep of dagbesteding. Daarbij wordt recht gedaan aan deeigenheid van de verschillende onderwijssectoren. Leerlingen krijgen de mogelijkheden omzich vanuit talenten, interesses en leerbehoeften te ontwikkelen. Op die manier kunnenleerlingen hun individuele kwaliteiten optimaal benutten, zich kwalificeren voor deovergangsmomenten en zich ontwikkelen tot taalcompetente deelnemers aan desamenleving, met een open houding ten opzichte van variatie en verandering in taal encultuur.5

2. GROTE OPDRACHTEN VAN HET LEERGEBIED NEDERLANDSKennis van de Nederlandse taal en cultuur en een goede beheersing van de Nederlandsetaal dragen bij aan persoonsvorming van leerlingen, succesvolle participatie op school endeelname aan de geletterde, meertalige en pluriforme samenleving. Het leergebiedNederlands draagt bij aan deze doelen vanuit drie kerninhouden: taal & communicatie, taal& cultuur en taal & identiteit. Vanuit de drie kerninhouden werkt het leergebied Nederlandsmee aan de kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming van de leerlingen.De drie kerninhouden laten gezamenlijk zien waar het bij het leergebied om gaat. Ze staanniet los van elkaar, maar hangen sterk met elkaar samen. Vanuit de drie kerninhouden zijnzeven essenties vastgesteld: de zeven grote opdrachten van het leergebied. Deze groteopdrachten zijn een nadere specificering van de kerninhouden en vormen daarmee deschakel tussen de visie op hetleergebied en de uitwerking in debouwstenen (zie figuur 1 en bijlage 1).In elke grote opdracht ligt het accent opminstens twee van de driekerninhouden.Binnen het leergebied Nederlands lerenleerlingen te communiceren in woord,gebaar, schrift en beeld. Leerlingen zijnzowel taalleerder als taalgebruiker.De eerste drie grote opdrachten leggenhet accent op de leerling als taalleerder:leerlingen worden taalvaardig, zevergroten hun vermogen om taal teleren, ze leren over taal en taalgebruikte communiceren en ze leren erop tereflecteren. Hierdoor zijn ze hun levenlang in staat om hun talige kennis envaardigheden te ontwikkelen. Deessenties van de drie grote opdrachtenFiguur 1: visualisatie van de samenhang tussen visie enzijn als volgt:grote opdrachten en grote opdrachten onderling Grote opdracht 1: interactie eneen rijk taalaanbod dragen bijaan de taal- en denkontwikkeling; Grote opdracht 2: de competente taalgebruiker blijft een leven lang zijn taal entaalgebruik ontwikkelen; Grote opdracht 3: de competente taalgebruiker ontwikkelt zijn taal- encultuurbewustzijn in een meertalige samenlevingDe andere vier grote opdrachten leggen het accent op de leerling als taalgebruiker. Er isaltijd sprake van een wisselwerking tussen de eerste drie grote opdrachten en de laatstevier grote opdrachten: leerlingen versterken hun taallerend vermogen (NLGO 1 – 3) doorzich te ontwikkelen in het experimenteren met taal en vormen van taal, doelgerichtcommuniceren, kritisch informatie verwerken en literaire competentie (NLGO 4 – 7). Enomgekeerd versterkt hun taallerend vermogen hun communicatie in de verschillendetaalgebruikssituaties.Grote opdracht 4: experimenteren met taal en vormen van taalCreatief omgaan met taal en vormen van taal draagt bij aan expressieve communicatie,creatieve denkontwikkeling, zelfkennis en identiteitsvorming, plezier in taal en motivatievoor en door taal. Bij het leergebied Nederlands is een belangrijke rol weggelegd voor het6

experimenteren met taal en vormen van taal om uiting te geven aan ideeën, ervaringen,gevoelens en intenties, als stimulans voor het creatieve proces van leerlingen (NLGO 4).Deze grote opdracht is vormgegeven vanuit het accent op taal & communicatie en taal &identiteit.Grote opdrachten 5 en 6: doelgerichte communicatieBij doelgerichte communicatie houdt de taalgebruiker rekening met het doel, het publiek ende taalgebruikssituatie waarbinnen gecommuniceerd wordt. De leerling leert zijn verbale ennon-verbale communicatie hierop af te stemmen, omdat afstemming zorgt voor vlotte,succesvolle en gepaste communicatie (NLGO 5).De leerling leert ook kritisch (digitale) informatie te verwerken (NLGO 6). Het kritischverwerven, verwerken en verstrekken van informatie staat in dienst van doelgerichtecommunicatie. Het is een zelfstandige grote opdracht, omdat het omgaan met meer enminder betrouwbare informatie een van de belangrijkste vaardigheden is in de huidigesamenleving. Beide grote opdrachten zijn vormgegeven vanuit het accent op taal &communicatie en taal & cultuur.Grote opdracht 7: leesmotivatie en literaire competentieLeerlingen krijgen door het werken aan zowel leesmotivatie als aan literaire competentie dekans om lezers te worden en te blijven. Literair competent zijn betekent dat leerlingenliteratuur belevend, interpreterend, beoordelend en met narratief begrip lezen en eroverkunnen communiceren. Het leergebied Nederlands werkt aan leesmotivatie en literairecompetentie (NLGO 7). Deze grote opdracht is vormgegeven vanuit het accent op taal &cultuur en taal & identiteit.Brede vaardighedenDe zeven grote opdrachten beschrijven hoe leerlingen als taalleerder en taalgebruikersteeds beter leren communiceren. Ze verwerven steeds meer en complexere taalmiddelenom te communiceren. Ook leren ze de wereld, de mens en zichzelf erin steeds beterkennen. Door te werken aan de ontwikkeling van het Nederlands ontwikkelen leerlingentegelijkertijd hun brede vaardigheden die hen helpen te leren denken en handelen, zichzelfte leren kennen, en te leren omgaan met anderen. Daarbij gaat het om kritisch, creatief enprobleemoplossend denken en handelen, om reflectie op taal en cultuur, eigentaalleerproces en talenten, om oriëntatie op jezelf, je studie en loopbaan en omsamenwerken.Relatie met het leergebied Engels/MVTDe drie kerninhouden van het leergebied Nederlands vertonen grote overeenkomsten metde perspectieven van het leergebied Engels/MVT, met name als het gaat om taal &communicatie en taal & cultuur. Beide leergebieden rusten leerlingen talig toe voor hunparticipatie in een meertalige en pluriforme samenleving. Bij het leergebied Nederlands ligtdaarbij het accent op het leren van het Nederlands als gemeenschappelijke taal en op deculturele aspecten van communicatie, zodat leerlingen kunnen participeren op school, inhun vervolgstudie, beroep of dagbesteding en in de samenleving. Bij het leergebiedEngels/MVT ligt het accent op het leren van andere moderne vreemde talen en opinterculturele en grensoverstijgende aspecten van communicatie.Samenhang grote opdrachten met andere leergebiedenHieronder beschrijven we voor welke grote opdrachten van het leergebied Nederlands desamenhang met andere leergebieden is geëxpliciteerd: Interactie draagt bij aan taal- en denkontwikkeling (NLGO 1): omdat het leggen vaneen sterke basis in de Nederlandse taal helpt om de doelen rondom taalbewustzijnbij het leergebied Engels/MVT te realiseren, is deze grote opdracht afgestemd methet leergebied Engels/MVT (EMvTGO 1). Ook de keuze van onderwerpen binnen hetleergebied is uitgewerkt, waarbij expliciet de link met mondiale en7

wereldoriënterende onderwerpen uit de andere leergebieden, waaronder Mens &Maatschappij, Mens & Natuur en Burgerschap wordt gelegd.Meertaligheid (NLGO 3): omdat elke taal en elke taalvariëteit onderdeel is van hetmeertalig repertoire van de leerling, zijn zowel het Nederlands (vanuit hetperspectief van het leergebied Engels/MVT) als de moderne vreemde talen (vanuithet perspectief van het leergebied Nederlands) onderdeel van dat repertoire. Beideleergebieden hebben daarom een grote opdracht rondom meertaligheid uitgewerkt(Engels/MVT, EMvTGO 5) die met elkaar zijn afgestemd. Er ligt ook een duidelijkerelatie met de grote opdracht rondom identiteit, diversiteit en gelijkwaardigheid bijBurgerschap (BuGO 4 en 5), waarbij het gaat over de verschillende achtergronden,mogelijkheden en oriëntaties van leerlingen.Experimenteren met taal en vormen van taal (NLGO 4): het experimenteren mettaal en vormen van taal levert een bijdrage aan de persoonsvorming en socialisatievan de leerling. Dit onderdeel komt terug bij zowel het leergebied Nederlands alshet leergebied Engels/MVT (EMvTGO 2). Ook met het leergebied Kunst & Cultuur(KCGO 1 en 2) is nauw afgestemd als het gaat om het ontwikkelen van artistiek encreatief vermogen en artistieke expressie bij het experimenteren met taal envormen van taal. Daarbij is aandacht voor en invulling van het creatieve proces inplaats van het product én aandacht voor reflectie van eigen en andermans werk opdezelfde manier beschreven.Doelgericht communiceren (NLGO 5) en Kritisch informatie verwerken (NLGO 6):communicatie in de Nederlandse taal en internationale communicatie zijn nauw metelkaar verbonden. Daarom zijn zowel de gehanteerde terminologie (bijvoorbeeldbegrippen zoals 'tekst') als de kennis en vaardigheden afgestemd met hetleergebied Engels/MVT (EMvTGO 1). Voor het uitwerken van de grote opdracht overkritische informatieverwerking is afstemming gezocht met het leergebied Digitalegeletterdheid (DLGO 1) als het gaat om de kennis en vaardigheden die nodig zijnvoor online informatieverwerking. De grote opdracht hangt ook nauw samen met degrote opdrachten Democratie is van waarde (BUGO 1) en Leven in een digitalemaatschappij van Burgerschap (BuGO 7). In de eerste staan menings- enoordeelsvorming centraal en in de tweede het inzicht in eigen en andermansmediagebruik en de invloed van media op het sociale en politieke leven.Leesmotivatie en literaire competentie (NLGO 7): het beleven van literatuur in hetNederlands en in andere talen levert een bijdrage aan de persoonsvorming ensocialisatie van de leerling. Dit komt terug bij zowel het leergebied Nederlands, hetleergebied Engels/MVT (EMvTGO 2) als het leergebied Kunst & Cultuur (KCGO 7).Daarnaast hebben de leergebieden Kunst & Cultuur, Engels/MVT en Nederlandsgezamenlijk een definitie van cultuur opgesteld.Grote opdracht 1: Interactie en een rijk taalaanbod dragen bij aan de taal- endenkontwikkelingRelevantie: Om op school en in onze geletterde samenleving optimaal te kunnenfunctioneren, hebben alle leerlingen een sterke taalbasis nodig: een mentaal netwerk vankennis en ervaringen en de daarmee verbonden taal. Hiermee geven ze vorm aan hungedachten en het stelt ze in staat een leven lang te blijven leren. Een sterke taalbasisvormt de grondslag voor voortdurende ontwikkeling van kennis in informele en formeletaalgebruikssituaties, binnen en buiten school.Inhoud: Leerlingen ontwikkelen een sterke taalbasis door sociale interactie met een rijktaalaanbod en uitgedaagde taalproductie, zowel mondeling, schriftelijk, digitaal enmultimodaal. Voor de taal- en denkontwikkeling van leerlingen is interactie tussenleerlingen onderling en met de leraar noodzakelijk, zodat leerlingen de ruimte krijgen omhun gedachten te verwoorden. Interactie functioneert als middel om te leren en het8

denkproces te faciliteren, om gedachten te ordenen en lijn in het denken aan te brengen.Wanneer leerlingen actief hun eigen bedoelingen en ideeën onder woorden brengen enredeneren, ontwikkelen ze al doende naast hun algehele denkvaardigheid ook huntaalvaardigheid op alle niveaus. Daarbij gaat het om fonologie, woordvorming,woordenschat, zinsbouw, schrift en pragmatiek. Leerlingen leren bovendien passendetaalregisters te hanteren in verschillende taalgebruikssituaties, waarbij ze niet alleendagelijkse algemene taal (DAT) maar ook steeds meer cognitief academische taal (CAT)gebruiken.Een rijk taalaanbod bestaat uit literaire en zakelijke teksten met een rijke inhoud en vorm.Leerlingen werken met mondelinge, schriftelijke, digitale en multimodale teksten. Deinhouden ervan komen zowel uit het eigen leergebied als uit de andere leergebieden in hetkader van betekenisvolle samenhang voor leerlingen. Leerlingen verdiepen zich inpersoonsvormende, wereldoriënterende en mondiale thema's, zoals taal en cultuur,burgerschap, globalisering, duurzaamheid, technologie en oriëntatie op jezelf, je talenten,studie en beroep. Het is belangrijk dat leerlingen zich langdurig verdiepen in onderwerpendie vanuit meerdere perspectieven benaderd kunnen worden. Dat doen ze met een variatieaan zowel literaire als zakelijke teksten die elkaar aanvullen of tegenspreken. Daarbij zijnde teksten van goede kwaliteit, met rijk taalgebruik, gevarieerde woordenschat inclusieflaagfrequente woorden, en gevarieerde zinsstructuren inclusief samengestelde zinnen enverbindingswoorden.Brede vaardigheden: communicatie, samenwerkenGrote opdracht 2: De competente taalgebruiker blijft een leven lang zijn taal entaalgebruik ontwikkelenRelevantie: Iedereen krijgt gedurende zijn of haar persoonlijke leven, studie- enwerkloopbaan met verschillende en nieuwe taalgebruikssituaties te maken. Daarom is hetin een geletterde samenleving van belang dat leerlingen in staat zijn om als taalgebruikerhun leven lang talige kennis en vaardigheden te ontwikkelen. Bij het leergebied Nederlandswerken leerlingen aan het versterken van hun taallerend vermogen. Daardoor zijn ze beterin staat om in verschillende, nieuwe taalgebruikssituaties doelgericht te communiceren. Deleerling ziet en verwoordt de effecten van taalgebruik op zichzelf en de ander, reageertadequaat en herkent en waardeert de culturele aspecten ervan.Inhoud: Zowel bij het leergebied Nederlands als het leergebied Engels/moderne vreemdetalen ontwikkelen leerlingen hun (taal)leervaardigheden en taalbewustzijn. Ze beseffenwelke (taal)leervaardigheden ze nodig hebben om talige activiteiten goed uit te voeren.Ook verwerven ze kennis over en inzicht in hoe taal in elkaar zit en hoe taal werkt in eencontext (taalbewustzijn). Daarbij ontwikkelen ze een metataal om functioneel overtaalgebruik en taalleren te kunnen communiceren.De ontwikkeling van taalbewustzijn loopt parallel aan de cognitieve ontwikkeling en detaalontwikkeling van leerlingen. Pas als leerlingen voldoende taalbasis hebben ontwikkeld,zijn ze in staat om te leren metacognitieve strategieën in te zetten tijdens de voorbereidingen uitvoering van en de reflectie op complexe talige activiteiten. Leerlingen leren dezestrategieën in te zetten op basis van noodzaak en behoefte.Leerlingen leren (realistische) taal(leer)doelen te stellen. Ook leren ze effectieve cognitieveen metacognitieve strategieën toepassen om de gestelde taal(leer)doelen te bereiken.Daarnaast leren ze om de effectiviteit van hun taalgebruik binnen en buiten school en/ofvan hun taalleeractiviteit waar te nemen, te analyseren en te evalueren in relatie tot degestelde taal(leer)doelen en eigen verwachtingen. Daarbij leren ze feedback op waarde9

schatten en verwerken. Ook leren ze bruikbare feedback geven op aanpak en prestatiesvan medeleerlingen. Ze kijken niet alleen terug, maar juist ook vooruit en lerenverwoorden hoe prestaties en opgedane leerervaringen van invloed zijn op toekomstigetaalgebruikssituaties.Om het taallerend vermogen te versterken, is het van belang dat bij het leergebiedNederlands wordt gewerkt aan taalbewustzijn. Leerlingen krijge

taalaanbod op school en specifiek bij het leergebied Nederlands niet worden verarmd. Deze leerlingen moeten juist op maat worden ondersteund bij het zelf produceren van rijke taal en het leren begrijpen van taal en teksten. Voor leerlingen met een goede beheersing van de Nederlandse taal is het van belang dat ook zij blijvend worden uitgedaagd hun

Related Documents:

47 Jubilee Symposium of Het Nederlands Clavichord Genootschap in Leiden, 28 to 30 September 2012 by Dorothea Demel The Nederlands Clavichord Genootschap (NCG) of

formulering van de antwoorden nog enige vorm van schrijfvaardigheid vereist. Op het gebied van taal- en in het bijzonder leesvaardigheid wordt steeds meer gevraagd van leerlingen. Zo wordt de inhoud en toetsing ervan ook buiten de moderne vreemde talen en Nederlands steeds taliger.

HT-SB200 HT-SB200_NL_rev4.fm 2008 December 17 NEDERLANDS Algemene informatie Inleiding Dank u voor de aankoop van dit SHARP product. Lees deze handleiding zorgvuldig voor de best mogelijke prestaties van dit product. Deze aanwijzingen verduidelijken de bediening van dit SHARP product. Accessoires Controleer of de volgende accessoires inderdaad .

NB2020A OWNER’S MANUAL Sound Bar System ENGLISH DEUTSCH FRANÇAIS NEDERLANDS . LG Electronics hereby declares that this/ these product(s) is/are in compliance with the essential requirements and other relevant provisio

2 www.kodak.com/go/easysharecenter NEDERLANDS Achteraanzicht * Eenvoudig toegang tot de USB Zie pagina 3 Haal alles uit uw camera. Download de uitgebreide handleiding .

4/14 Colin Stetson: Sorrow 4/15 Apollo's Fire: Monteverdi's L'Orfeo 4/19-21 Cold Blood Tickets available at www.ums.org. ON THE EDUCATION HORIZON 3/24 You Can Dance: Nederlands Dans Theater (Ann Arbor Y, 400 W. Washington Street, 1:30 pm) 3/24 Salon Discussion: Lily Baldwin (North Quad, Space 2435, 105 S. State Street, 1:00 pm)

remediëring meer tijd voor algemene vorming bv. talen, wiskunde meer ruimte voor verdieping . doorstroming die je voorbereidt voor het hoger onderwijs. PROFIEL 3. Lessentabel 1 A uur algemene vorming 2 godsdienst 4 Nederlands 1 Engels 3 Frans 4 wiskunde 2 aardrijkskunde 1 geschiedenis

This section contains a list of skills that the students will be working on while reading and completing the tasks. Targeted vocabulary words have been identified. There are links to videos to provide students with the necessary background knowledge. There is a Student Choice Board in which students will select to complete 4 out of the 9 activities. Student answer sheets are provided for .